NL
.
'Ik kwam hier in vrede, op zoek naar goud en slaven. Maar jullie hebben me als een indringer behandeld. Misschien ben ik niet de indringer, maar jij.'
Dit is een citaat uit een column uit 2005 in de satirische rubriek Shouts & Murmurs van de New Yorker van de Amerikaanse humorist Jack Handey, getiteld 'What I'd Say to the Martians'. Maar het lijkt ons een passende beschrijving van het westerse buitenlandbeleid van het afgelopen halve millennium.

West-Europa ontwikkelde zich door de slavernij van Afrikanen en kolonialisme in Amerika, Afrika en Azië. 532 jaar geleden landde Christoffel Columbus op het eiland Quisqueya en doopte het om tot Hispaniola. Hij en zijn mannen voerden vervolgens op brute wijze één van de meest grondige en snelle volkerenmoorden in de geschiedenis van de mensheid uit. De Europeanen zochten twee dingen: goud en slaven. En ze waren bereid om een apocalyps te ontketenen om hun doel te bereiken. Columbus maakte ongeveer 1500 inheemse Taíno tot slaven en dwong elke Taíno ouder dan 14 jaar om goud te zoeken of de dood te riskeren. De inheemse bevolking van het eiland werd afgeslacht - gereduceerd van ongeveer 300.000 tot slechts 500 binnen 56 jaar na de aankomst van Columbus.

Dit is slechts één voorbeeld van de wreedheid die ten grondslag ligt aan de westerse ontwikkeling. Toen de inheemse bevolking van Noord- en Zuid-Amerika praktisch was uitgeroeid, ging de Europese slavernij van Afrikanen in een stroomversnelling wat leidde tot de verscheping van tientallen miljoenen Afrikanen naar Noord- en Zuid-Amerika.

Plaatsen in West-Europa zoals Liverpool, Bordeaux, Nantes en Sevilla groeiden dankzij de slavenhandel uit van dorpen tot grote welvarende stedelijke centra. Afrika werd verwoest, eerst voor zijn mensen en later voor zijn grondstoffen.

Nu beweren westerse landen dat de mensen die ze koloniseerden 'indringers' zijn, die in groten getale naar Europa komen. Maar, gezien de geschiedenis van de afgelopen vijf eeuwen, wie viel wie nu echt binnen?
Terug