NL
.
‘Kinderen kleurenblind? Dat is een mythe’, zegt de antiracistische pedagoog
Bron: oneworld.nl
‘Kinderen kleurenblind? Dat is een mythe’, zegt de antiracistische pedagoog
Terwijl 'Black Lives Matter' volop in het nieuws was, ging het op opvoedfora nog steeds over kinderen die in bed plasten. Pedagoog Jillian Emanuels vindt dat je juist met kinderen op een goede manier over racisme moet praten: 'Vanaf 5 jaar gaan kinderen elkaar anders behandelen op basis van huidskleur.'

"Tijdens het spel 'als ik kon toveren...' wenste mijn zwarte dochter dat ze zichzelf wit kon toveren. Wat nu?" "Mijn witte dochter van vijf denkt dat een boef altijd zwart is. Help!" Dit soort vragen en opmerkingen hoort pedagoog Jillian Emanuels regelmatig. Met haar trainingen en cursus over antiracistisch opvoeden leert ze ouders en (professionele) opvoeders wat racisme is, hoe je het er met je kind over kunt hebben zonder ze te beschadigen, en hoe je ze leert om antiracistisch te handelen. Zo hoopt ze bij te dragen aan een generatie die minder discrimineert en meer empathie en zelfliefde heeft.

Emanuels trainingen vinden hun oorsprong in 2020, toen de Black Lives Matter-demonstraties volop in het nieuws waren. "Ik merkte dat veel mensen nadachten over: wat kan ik tegen racisme doen? Maar dan keek ik naar grote opvoedplatforms en dan ging het over driftbuien of over een zesjarige die in bed plast", herinnert Emanuels zich. "Dat maakte me zo kwaad! Ik dacht: jongens, de wereld staat in brand!"

Onder de naam 'de Instant Pedagoog' maakt ze zich via Instagram en Facebook hard voor meer bewustwording rondom racisme en antiracistisch opvoeden. Waarom dat nodig is? Omdat driejarigen al te maken krijgen met raciale verschillen, micro-agressie en racisme, stelt Emanuels in haar blogpost Hoe voed ik mijn kind bewust op met kennis over ras, huidskleuren en racisme? Dat kinderen kleurenblind zouden zijn, is een mythe, schrijft ze. 'Kinderen vanaf 6 maanden zien namelijk al dat iemand een bruine of beige huidskleur heeft', legt Emanuels uit. 'Op basis van huidskleur hebben zij echter nog geen vooroordelen aangeleerd en dus behandelen zij mensen (nog) niet anders op basis van kleur. Met gemiddeld 5 jaar zien wetenschappers hier duidelijke veranderingen in.'

Vanaf die leeftijd zie je bijvoorbeeld dat witte kinderen vaker een ander wit speelmaatje kiezen, stelt Emanuels. Bij kinderen van kleur is dat niet het geval. Verder blijkt uit de klassieke poppentest van Clark & Clark, waarbij kinderen oordelen moeten geven over een witte en een zwarte pop, dat kinderen vanaf ongeveer 4 à 5 jaar witte mensen een hogere, betere en mooiere status toekennen dan mensen van kleur. Ook blijkt dat vijfjarigen al grotendeels dezelfde opvattingen hebben als hun ouders. 'Daarom is het belangrijk om je kind zo vroeg mogelijk te leren over verschillende huidskleuren, ongelijkheid, discriminatie en racisme.'
Gesprekken met kinderen

Emanuels blogpost over antiracistisch opvoeden ging viraal en vormde daarna de basis voor de online trainingen en cursus die ze tegenwoordig biedt. Die zijn geschikt voor ouders en opvoeders van zowel witte kinderen als kinderen van kleur in de leeftijd van 0 tot en met 16 jaar. Ruim duizend geïnteresseerden volgden al haar twee uur durende cursus en meer dan 130 mensen hebben de zesdelige cursus Antiracistisch Opvoeden aangeschaft. Ook geeft ze nu regelmatig offline trainingen op scholen en kinderopvangcentra.

Tijdens de zesdelige cursus komt basiskennis over racisme aan bod, maar deelnemers leren ook termen als interpersoonlijk racisme (iemand discrimineert een ander), geïnternaliseerd racisme (laag/verkeerd zelfbeeld door racisme) en institutioneel racisme (bijvoorbeeld systematische uitsluiting). Daarnaast stimuleert Emanuels ze om het gesprek met kinderen aan te gaan naar aanleiding van concrete voorbeelden. Die gesprekken zouden kunnen gaan over een zwart kind dat 'bruin als poep' is genoemd door een leeftijdsgenootje, of over de oom die zich gedurende de coronapandemie agressief uit naar Aziatische mensen of - bij oudere kinderen - over de Toeslagenaffaire.

Ook vooroordelen en stereotypen komen aan bod. Denk aan: zwart kind denkt dat ze niet zwart genoeg is omdat ze niet van kip houdt. Of: wit vriendje is teleurgesteld in zwarte vriend omdat die niet goed kan basketballen. Het doel is volgens Emanuels overigens niet om 'geen vooroordelen te hebben'. "Maar wel om je bewust te zijn van vooroordelen en welke impact ze kunnen hebben." En die impact is groot, zegt ze. "Sommige kinderen van kleur hebben door stereotypen ideeën gekregen over wat ze zouden moeten worden: sporter of muzikant, maar vooral géén wetenschapper."

Een ding is duidelijk tijdens het gesprek met Emanuels: met het kopen van een pop van kleur of boeken waarin een kind van kleur de hoofdrol speelt, ben je er als ouder of opvoeder nog niet. Laat er geen twijfel over bestaan: poppen die lijken op mensen van kleur zijn wat haar betreft waardevol, maar hiermee leert je kind niet om zich voor te bereiden op het racisme dat het zal tegenkomen; het racisme van een buurman, leerkracht, de moeder van een klasgenootje of van de Belastingdienst, zo stelt ze in haar essay voor 'Zwart Manifest'. Zelf kan ze zich bijvoorbeeld nog goed herinneren dat een wit klasgenootje met sluike blonde haren een opmerking maakte over haar 'rare haren': donkerbruin kroeshaar in vlechtjes. Dat haar normale haar bestempeld werd als 'raar' deed pijn. 'Hoewel het fijn is dat ik als kind bruine poppen had met haar dat op het mijne leek, hielpen zij mij op dat moment niet om daarop te reageren. Wat had ik veel behoefte om te weten hoe je dan handelt', schrijft ze.

In die behoefte probeert Emanuels nu te voorzien met haar online trainingen en online cursus Antiracistisch Opvoeden, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Voor ouders van witte kinderen zet Emanuels vooral in op kennis over ras, racisme en vooroordelen, maar ook over privileges (een hoger schooladvies krijgen, niet achtervolgd worden in winkels omdat men vermoedt dat je iets zult stelen) en bondgenootschap (het voor een ander opnemen, iets zeggen wanneer er sprake is van racisme). Ouders van kinderen van kleur leert ze daarnaast ook om kinderen goed op te vangen na een racistisch voorval en te zorgen voor een beter zelfbeeld bij het kind.

Wat dat volgens haar uiteindelijk oplevert, dat antiracistisch opvoeden? 'Het vermindert raciale ongelijkheid, het draagt bij aan een eerlijke en rechtvaardige maatschappij, het creëert een positiever en realistischer zelf-, mens- en wereldbeeld en het stimuleert empathisch vermogen en sociale vaardigheden', stelt ze in haar masterclass. In de praktijk wordt dat onderstreept door de reacties van cursisten. Zoals ouders die nu begrijpen dat als je niets zegt wanneer iemand een racistische opmerking maakt, je zelf onderdeel van het probleem bent en racisme in stand houdt. En dat iets zeggen over de situatie áltijd helpt. Ook kinderen zetten stappen als ouders hen antiracistisch opvoeden, merkt ze. Iemand liet bijvoorbeeld weten: 'Mijn witte zoon heeft de leerkracht aangesproken op gebruik van het n-woord.'

En wanneer begin je als ouder precies met antiracistisch opvoeden? "Dat kan al vanaf het eerste jaar, door kinderen te leren over de verschillen tussen mensen. Vanaf vier jaar kunnen de gesprekken expliciet over racisme gaan aan de hand van ervaringen of filmpjes", vertelt Emanuels. "En voordat een kind negen is, wil je eigenlijk al inzetten op: als er iets racistisch gebeurt, wat kun je dan doen? Want kinderen hebben vanaf de puberteit eigenlijk al hele vaste ideeën." Maar voor ouders die het gesprek over racisme nog niet voerden en een 10-jarig kind hebben, heeft Emanuels gelukkig bemoedigende woorden. "Dit zijn de ideale leeftijden, maar ik zeg ook altijd: je bent nooit te laat om aan de slag te gaan met antiracistisch opvoeden."
Terug