NL
.
Surinaams-Nederlandse Ex-politiecommissaris Cheyenne Haatrecht: ‘Ik ontkende dat ik zwart was’
Surinaams-Nederlandse Ex-politiecommissaris Cheyenne Haatrecht: ‘Ik ontkende dat ik zwart was’
Toen de Surinaams-Nederlandse Cheyenne Haatrecht (31) besefte dat ze zich eigenlijk nooit uitsprak tegen racisme voelde ze zich 'extreem schuldig'. Als jongste politiecommissaris van Nederland had ze veel contact met niet-westerse burgers. 'Maar over de vooroordelen spraken we niet.'

Tot voor kort was Haatrecht de jongste politiecommissaris in Nederland. Ze leidde in Amsterdam-Oost vijf basisteams en een rechercheteam. Op haar negentiende begon ze haar loopbaan aan de politieacademie in Apeldoorn. Haar moeder, die wijkagent is, inspireerde haar tot politiewerk. Inmiddels legde ze haar functie neer, maar ten tijde van dit interview was ze nog aan het werk.

"Ik heb lang ontkend dat ik zwart ben. Als kind wilde ik niet met zwarte poppen spelen, ik droeg mijn haar op een onnatuurlijke manier en noemde mezelf 'donkerwit'. Hoewel ik in de Bijlmer opgroeide, ging ik naar een witte school in Amstelveen: mijn ouders wilden dat ik ABN leerde spreken. Omdat ik omringd was met mensen die niet op mij leken, zocht ik altijd naar andere raakvlakken om me toch verbonden te voelen. Er kwam veel oude pijn naar boven toen in 2020 Black Lives Matter zichtbaar werd in Nederland. Ik besefte dat ik niet hield van het kleine meisje in mij, dat ik mezelf niet mooi en niet goed genoeg vond.

In die periode voelde ik me extreem kwetsbaar en schuldig dat ik me niet uitsprak over racisme. Ondertussen gaf ik als hoofdinspecteur leiding aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel. Juist ons team was veel in contact met niet-westerse burgers, maar over de vooroordelen die over hen leefden werd niet gesproken.

Haatrecht heeft besloten haar werk als politiecommissaris neer te leggen. In een privépost op Instagram bedankt ze haar collega's voor de samenwerking en hun steun. Het was een lang proces, schrijft ze, om tot het inzicht te komen dat ze niet meer dezelfde passie voelt als voorheen. 'Ik ga mijn uniform ophangen en inruilen voor een ander leven.'

Dit interview verscheen in het voorjaar van 2022 in OneWorld Magazine.

Ik besloot online sessies te organiseren voor leidinggevenden, waarin ik ook vertelde hoe ik zelf ben opgegroeid. Mijn vader en broer werden vaak onterecht staande gehouden door de politie, mijn broer soms wel drie keer op een dag. De meeste witte collega's maken zulke dingen privé niet mee. Sommigen deden niets met de informatie over racisme die de organisatie en ikzelf ze aanreikten. Kwalijk: leidinggevenden hebben de verantwoordelijkheid zich te verdiepen in maatschappelijke thema's waar ze weinig van weten. Gelukkig zijn de meesten zich de afgelopen twee jaar wél bewuster geworden van racisme.

Zelf las ik over de schrijnende historie achter het woord nr - iets wat ook in mijn eigen familie gezegd werd, we wisten niet beter. Toen ik bij de politie begon werd het woord daar gewoon gebruikt, nu nog steeds op sommige plekken. Ik voelde altijd een steek als ik het hoorde, maar sprak me niet uit omdat ik mijn gevoel niet kon plaatsen. Er zijn nog steeds mensen die in een bubbel leven, waar dit soort inzichten over racisme niet landen. Maar ik kan niet boos worden op iedereen die wit is, ik heb zelf ook dingen moeten leren.

Eens bezocht ik een bureau waar agenten een misplaatste grap hadden uitgehaald met hun collega, die daar zelf geen probleem van maakte. Ik heb dat toen direct een halt toegeroepen. Leidinggevenden moeten de norm stellen op de werkvloer - niet pas ingrijpen wanneer een slachtoffer iets aankaart of wanneer het escaleert. Ik wil dat iedereen zich veilig voelt. Tegelijkertijd ga ik altijd in gesprek met de dader over zijn gedrag. Mensen die anderen uitsluiten, hebben zelf vaak pijn. Ook voor hen voel ik compassie.

Sommige mensen aan wie ik leidinggeef, werken langer bij de politie dan ik leef - dat maakt zo'n positie best spannend. De politie is een masculiene en hiërarchische organisatie; agenten die op straat werken, lopen niet zomaar binnen bij collega's in mijn rang. Ik werk anders: ik wil niet boven, maar naast mijn mensen staan. In plaats van bepalen wat anderen moeten doen, vraag ik collega's wat ze van me nodig hebben. En ik draai weleens diensten mee met studenten, die hebben nog nooit een commissaris op de auto gehad.

Ik voel me gesteund in mijn leiderschap, hoewel er vast collega's zijn die vinden dat ik 'te weinig broeken heb versleten', dat ik te jong en te vroeg deze stap heb gezet. En ongetwijfeld denken sommigen dat ik mijn aanstelling puur aan mijn huidskleur te danken heb. Dat heeft vast meegewogen, maar ik ben blij dat de politie ruimte maakt voor diversiteit aan de top. Vroeger kon ik mijn zwart-zijn niet omarmen, nu ben ik heel trots op wie ik ben. Ik ben een zwarte vrouw, heb een hoge rang, en spreek me in het openbaar uit over moeilijke thema's. Acceptatie moet je vooral in jezelf vinden."
Terug