NL
.
Critical Race Theory moet gepromoot worden, niet verbannen
Critical Race Theory moet gepromoot worden, niet verbannen
Ik hoorde voor het eerst over critical race theory (CRT) van een Amerikaanse collega op een academische conferentie in Duitsland een paar jaar geleden. Op dat moment was ik nog bezig met het interpreteren van de gegevens die ik verzamelde uit interviews met studenten van Turkse origine - etnische minderheden in België - over hun ervaringen met diversiteit, contact en uitsluiting in het onderwijs.

Ik vond het aanvankelijk moeilijk te begrijpen hoe CRT, een Amerikaans perspectief, relevant zou kunnen zijn om de ervaringen van Turkse etnische minderheden in België te begrijpen, een groep die niet noodzakelijkerwijs wordt gezien als raciaal verschillend van de etnische meerderheid.

Mijn eerste analyses van de onderzoeksresultaten werden vooral geïnspireerd door mainstream integratietheorieën die vaak de neiging hebben om op een gedecontextualiseerd en individueel niveau inzicht in de ervaringen van mensen te bieden.

Dit betekent dat de last van het accultureren in een samenleving meestal op de schouders van mensen met een migratieachtergrond wordt gelegd en dat de rol van de maatschappelijke structuur en voorwaarden voor het faciliteren van gelijke participatie in de samenleving wordt onderschat.

De verhalen van studenten gaven duidelijk de sterke aanwezigheid van discriminerende opmerkingen of het uitsluiten van houdingen van leeftijdgenoten en docenten aan, maar misschien kwamen ze gewoon 'rotte appels' tegen, dacht ik in het begin.

De stereotiepe en vernederende vragen of houdingen waaraan ze werden blootgesteld, kunnen ook te wijten zijn aan misverstanden. Of in wezen goedbedoelende docenten proberen hen te beschermen tegen toekomstige mislukkingen wanneer ze lage verwachtingen hadden van studenten van Turkse afkomst.

Er waren nog veel andere incidenten die de Turkse Belgische studenten het gevoel gaven dat ze onzichtbaar waren en niet gewaardeerd werden; zoals de ondervertegenwoordiging van etnische minderheden op de universiteit, het gebrek aan een inclusief leerplan dat diverse perspectieven een stem gaf, en het gebrek aan open gesprekken in de klas en op de campus over sociale ongelijkheden of culturele verschillen.

De verhalen van de studenten lieten niet alleen doorschemeren hoe alledaagse interacties hen als anderen hebben geconstrueerd, maar ook hoezeer de onderwijsinstellingen hebben gefaald in het bieden van rechtvaardige ervaringen en kansen aan hen vanwege hun etnische achtergrond.

Totdat ik CRT begon te lezen, besefte ik niet dat al deze verschillende aspecten van de ervaringen van studenten van Turkse afkomst met elkaar verbonden zijn en deel uitmaken van een structuur die hen systematisch berooft van kansen en voordelen.

Dat racisme niet noodzakelijkerwijs een kwestie is van enkele bevooroordeelde individuen met ouderwetse opvattingen en dat zelfs goedbedoelde mensen het bestaan van dit systeem ondersteunen, zij het onbewust.

Dat de sociale, academische, psychologische en materiële impact van racisme op etnische minderheden op de voorgrond moet worden geplaatst in plaats van de bedoelingen van de daders.

Dat het bereiken van raciale gelijkheid niet alleen mogelijk is door het organiseren van anti-bias trainingsprogramma's om vooroordelen te verminderen of door het bestrijden van symptomen van racisme, maar dat er een meer structurele verandering nodig is. Een verandering die een fundamentele verandering inhoudt van de manier waarop onze sociale, economische en politieke instellingen zijn ontworpen.

CRT in West-Europa
Onderzoekers van kleur in juridische studies in de VS kwamen met CRT tijdens de burgerrechtenbewegingen om de raciale ongelijkheden in de Amerikaanse instellingen aan te pakken. Zij hebben racisme gedefinieerd als de overtuigingen, praktijken of structurele systemen die de sociaal-economische overheersing van geprivilegieerde witte groepen ondersteunen.

Centraal in CRT staat het idee dat racisme diep geworteld is in het weefsel van de samenleving en daarom voor mensen normaal en redelijk lijkt. CRT-geleerden hebben laten zien hoe ongelijkheden op het gebied van gezondheid, economie, huisvesting en onderwijs de onzichtbare voorrechten van het witte zijn onthullen.

Hoewel CRT in eerste instantie is bedacht om de ervaringen van gekleurde mensen die in de VS wonen, zinvol te maken, is de reikwijdte ervan uitgebreid om licht te werpen op hoe racisme zich vermengt met geslacht, klasse, etniciteit, cultuur, religie en taalkundige achtergrond.

Toch is er nog steeds weinig wetenschappelijke en openbare focus op 'ras' in continentaal Europa en wordt CRT vaak van de hand gewezen omwille van zijn Amerikaanse origine. Ondanks het feit dat het diep geworteld zit in het weefsel van samenlevingen en maatschappelijke instellingen, wordt racisme gekenmerkt door de ontkenning van rassendiscriminatie en door kleurenblindheid.

Mathias Möschel, een van de weinige academici die onderzoek doen naar ras in de Europese context, zegt dat het begrip 'ras' sinds de Tweede Wereldoorlog in Europa aan de kant werd gezet na de val van nazi-Duitsland. In Europa wordt racisme vooral in verband gebracht met de verschrikkingen van de Holocaust waarbij de invloed van het Europese koloniale verleden op de hedendaagse ongelijkheid grotendeels over het hoofd wordt gezien.

Door het aannemen van strategieën zoals kleurontwijking (dat wil zeggen het ontkennen van raciale verschillen) heeft Europa zijn aanhoudend structureel racisme gebagatelliseerd en verworpen. Zowel racisme tegen mensen van kleur als tegen etnische/religieuze minderheden is een continuüm van wit nationalisme en suprematie dat nauw verbonden is met het koloniale verleden van Europa.

Waarom wordt CRT aangevallen?
De Black Lives Matter-protesten in de VS na de moord op George Floyd moedigden velen aan om de straat op te gaan in Europa en de geschiedenis van het racisme in eigen land aan te klagen. In België, Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië eisten mensen gerechtigheid voor de mensen die worden blootgesteld aan raciale profilering, politiegeweld en systematische discriminatie wat betreft werk, onderwijs en huisvesting.

Ondanks deze grootschalige protesten werd er sindsdien weinig bereikt op vlak van de creatie van duurzame en zinvolle politieke veranderingen. Bovendien blijven gesprekken over ras, kolonialisme en ongelijkheid in veel contexten uiterst gevoelige onderwerpen.

Naast de volledige afwezigheid van pogingen om dergelijke structurele problemen aan te pakken en om deze opportuniteit te gebruiken om het leven van de mensen te verbeteren, hebben de regeringen van de VS en Groot-Brittannië recentelijk CRT aangevallen, in een poging om het aanzwellende gesprek over ras het zwijgen op te leggen.

President Donald Trump klaagde de CRT aan tijdens meerdere toespraken die hij de voorbije weken gaf en tekende een presidentieel uitvoeringsbesluit om een einde te maken aan klachten over wit privilege of aan universiteitscolleges tegen vooringenomenheid op basis van de CRT. Tijdens het eerste presidentiële verkiezingsdebat beschreef hij dergelijke lessen als racistisch en on-Amerikaans.

Na Trumps uitvoeringsbesluit kondigden twee universiteitscampussen aan dat ze hun lesprogramma's over diversiteit, gelijkheid en inclusie annuleren. Enige tijd later veroordeelde de (token zwarte) Britse vice-minister voor Gelijkheid Kemi Badenoch de Black Lives Matter-beweging en CRT.

Badenoch beschreef de CRT als "een ideologie die mijn zwartheid ziet als slachtofferschap en hun witheid als onderdrukking" en zei dat dergelijke ideologieën niet thuishoren in Britse scholen. Interessant is dat er weinig bewijs bestaat om te suggereren dat CRT-concepten actief worden onderwezen op Britse scholen, aangezien veel leraren noch de opleiding noch de tijd hebben om les te geven over racisme.

Door de CRT af te schilderen als een aanval op mensen, proberen zowel Trump als Badenoch de aandacht af te leiden van de machtsongelijkheid. Zij willen gesprekken en ideeën onderdrukken die deze ongelijkheid uitdagen en bekritiseren. Ze sluiten elke discussie af over de noodzaak van structurele verandering en rechtvaardigheid en proberen zo de bestaande raciale grenzen te handhaven, omdat hun angst toeneemt dat meer en meer witte betrokkenen zich gaan inzetten in de strijd tegen racisme.

De CRT mag niet verboden worden maar moet daarentegen in alle instellingen van de samenleving worden gepromoot. We hebben haar inzichten nodig, juist omdat ze ons huidig begrip in twijfel trekt van het voortdurende racisme en ongelijkheid en ons aanmoedigt sociale rechtvaardigheid en gelijkheid van kansen te bereiken.

De CRT leert ons dat we niet van raciale ongelijkheid af kunnen komen door ras te negeren. Met behulp van deze begrippen zouden we studenten kunnen opleiden om meer empathisch en bewust te worden van de maatschappij waarin ze leven, zodat ze actief kunnen bijdragen aan het bereiken van maatschappelijke rechtvaardigheid.

We moeten blijven discussiëren, analyseren en onderwijzen over manieren om structurele ongelijkheden en racisme aan de kaak te stellen en recht te zetten, ondanks de pogingen tot censuur door onze regeringen.

De begrippen en de taal die door de CRT werden ontwikkeld om racisme en ongelijkheid aan te pakken, zijn van vitaal belang om broodnodige en daadwerkelijke structurele veranderingen te bewerkstelligen.

Klik hier voor het volledige artikel.

Terug