NL
.
Jerry Afriyie: ‘Geduld bij slachtoffers van racisme is niet oneindig’
Jerry Afriyie: ‘Geduld bij slachtoffers van racisme is niet oneindig’
De strijd die Akwasi aan het voeren is, komt mensenrechtenactivist Jerry Afriyie bekend voor. In dit stuk legt hij uit waar de pijn vandaan komt en hoe zelfs een vreedzame mens als Akwasi uit de bocht kan vliegen.

Op vrijdag 11 september heeft mijn broeder Akwasi een statement uitgebracht naar aanleiding van zijn uitspraken op 1 juni tijdens onze demonstratie op de Dam. Deze werden ten onrechte geïnterpreteerd als een oproep tot of aankondiging van geweld, stelde hij. Het Openbaar Ministerie heeft besloten dat er voorlopig geen sprake is van vervolging voor opruiing.

Ook is er veel ophef over de anti-Zwarte Piet­tweets van ongeveer tien jaar geleden. Akwasi verstuurde die toen hij amper 21 jaar was. Als zwarte Nederlander had ook ik op die leeftijd geen andere uiting kunnen geven aan mijn woede over en teleurstelling in mijn land als het om racisme ging.
Deal with it

Twee derde van mijn leven probeerde ik aan witte Nederlanders uit te leggen dat Zwarte Piet dehumaniserend is. Ik kreeg elke keer die blik van 'Hoe durf je?', gevolgd door xenofobische en racistische drek. Ik kreeg nooit de ruimte ('Dit is niet de plek') of de tijd ('Nu is niet het moment') om mijn unieke ervaring als zwarte persoon in dit land onder woorden te brengen. Mijn docenten keken weg, mijn voetbaltrainers haalden hun schouders op.

Tegen de tijd dat ik 20 jaar was, was ik klaar met toenadering zoeken en geloofde ik niet meer in vreedzame oplossingen. Mijn bloed kookte van woede bij de zoveelste racistische ervaring. Ik was dialogen meer dan zat, omdat die nooit leidden tot positieve verbeteringen voor de zwarte gemeenschap en slechts witte mensen hielpen racisme in stand te houden. Als Twitter toen bestond, had een rechter mij vast honderd jaar gevangenisstraf gegeven voor mijn tweets.

Je vliegt nou eenmaal sneller uit de bocht als je in het leven geen andere mogelijkheid hebt of voor je ziet. En wat in sommigen van ons huisde was woede, een terechte woede, voor al die shit die we moesten slikken, omdat we in ons land als tweederangsburgers behandeld worden. Er was geen lichtpunt, het lot van zwarte mensen kon Nederland niets schelen. Het werd niet met zoveel woorden gezegd, maar het kwam neer op: wij zijn racistisch, deal with it.

We wilden wel praten, maar werden uitgelachen. We gingen in de jaren 80 en 90 de straten op en werden bespuugd en bekogeld. We stuurden in de jaren 90 een petitie en politieke partijen veegden hun kont ermee af.

Daarbovenop moesten wij en de generaties voor ons die opkwamen tegen racisme dealen met onbegrip, geweld, baanverlies, burn-outs, mentale problemen, bedreigingen en karaktermoord door onder andere politieke partijen en politici, BN'ers, vaders en moeders, werklozen en werkenden en door media die witte suprematie in stand houden (zoals De Telegraaf, WNL en GeenStijl). Dan komt er een dag waarop je denkt: fok it! Ik ben er helemaal klaar mee. Als ik Zwarte Piet tegenkom, sla ik hem knock-out. Als nog een witte persoon mij racistisch bejegent, eindigt die in het AMC.
Krachten bundelen

In het leven heb je houvast nodig, iets om naar uit te kijken, vooral wanneer je geconfronteerd wordt met onderdrukking. En die houvast hadden wij niet. Die houvast vond ik uiteindelijk toen ik in 2008 Soul Rebel Movement startte en in 2011 met anderen de Zwarte Piet is Racisme-campagne lanceerden. Het gaf mij hoop, want vrijwel meteen kregen wij bijval. Waar ik mij voorheen alleen voelde, voelde ik mij toen gesterkt door mijn broeders en zusters naast mij. We bundelden onze krachten en begonnen het systeem strategisch bloot te leggen. Zo konden zelfs de mensen met oogkleppen op zien dat Nederland een racismeprobleem heeft.

Ik had een doel voor ogen en zag - naast protesten - de constructieve kant van dialogen, gesprekken en samenwerkingen aangaan om je doel te behalen. Hoe minimaal ook, ik zag met anderen een opening om het Zwarte Piet­racisme aan te kaarten en om voor eens en altijd racisme in Nederland te denormaliseren.

Het is niet de ideale aanpak of de snelste weg naar emancipatie, maar het gaf mij hoop en kracht dat wij op zijn minst iets konden doen tegen de achtergestelde positie van de zwarte gemeenschap in Nederland.

Dat geduld kun je niet van alle zwarte mensen vragen, laat staan verwachten. Immers, hoe lang kun je je knie op de nek van een hele gemeenschap zetten en geen felle weerstand verwachten? Akwasi maakt zich samen met velen sterk voor de afschaffing van Zwarte Piet, een racistische en dehumaniserende karikatuur van zwarte mensen. Bijna honderd jaar kijkt de meerderheid van dit land weg of bagatelliseert men het probleem met kulargumenten ('Het is traditie') of cosmetische oplossingen ('grijze piet', die nog steeds blackface is).

Als je het mij vraagt, had het nooit zo ver moeten komen. Het enige dat daarvoor nodig was geweest, was respect en medemenselijkheid vanuit de witte gemeenschap naar de zwarte gemeenschap toe. Maar anno 2020 is de zwarte gemeenschap in Nederland nog steeds aan het vechten voor onze mensenrechten en het gelijkheidsbeginsel. Als Akwasi had gezegd: als ik nazi's tegenkom op straat, schop ik ze in hun gezicht, was er helemaal niets aan de hand geweest. Want niemand wil nazi's beschermen.

Ik kijk uit naar de dag dat mijn land, Nederland, niet langer racisme en racisten in bescherming neemt, maar de slachtoffers van racisme. Tot die tijd oogst je wat je zaait.
Terug