NL
.
Mensen zijn geen stromen
Mensen zijn geen stromen
'Het indammen van de migratiestroom', 'landen ontlasten' van een toestroom 'illegale migranten' en 'overspoeld door stromen bootvluchtelingen' - berichtgeving rond migratie zit vol dehumaniserende woorden. Dat doet iets met de beeldvorming.

Hoe moeilijk het is om een evenwichtig en correct beeld van migratie te brengen weet OneWorld uit eigen ervaring. Op OneWorld proberen we mechanismen achter migratiebeleid te verklaren en leggen we ons oor te luister bij experts. Ook willen we migranten zo veel mogelijk zelf hun verhalen laten vertellen. Maar hoe doe je dat respectvol, zonder mensen in een hokje te plaatsen of een karikatuur van hen te maken? Dat is soms een moeilijke oefening. De lijn tussen een persoon een podium bieden en iemand labelen of als vluchteling in de etalage zetten, is dun.
Wie schuilt er achter de vluchteling?

Een vluchteling neerzetten als een persoon, en niet als een statushouder of statistiek, is des te belangrijker omdat 'vluchtelingen meer zijn dan het etiket dat ontvangende landen of hulporganisaties hen opplakken - hoe goedbedoeld soms ook', betoogde historicus Leo Lucassen in 2015 in NRC. Lucassen schrijft onder andere over een Syrische vluchteling die in een gesprek met een journalist aangaf niet gereduceerd te willen worden tot een hulpbehoevend slachtoffer.

Maar dat is wel het beeld waar (social) media ons mee bestoken: boten die tegen de golven steigeren, doodsbange mensen die dicht op elkaar gepropt zitten, huilende baby's. Begin daar niet aan, bepleit UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. 'Richt je niet op het verleden van vluchtelingen: de huizen die ze hebben achtergelaten, de verloren geliefden, betaalde steekpenningen. Laat Shahm Maskoun, een 28-jarige vluchteling uit Syrië, in plaats daarvan zelf zijn verhaal vertellen.'

Dat adviseert UNHCR in een opiniestuk waarin de Syrische Maskoun vertelt dat 'de echte crisis niet door vluchtelingen wordt veroorzaakt, maar door de media en politici die een negatief beeld creëren', dat zich vervolgens nestelt in onze hersenen.
Mens als bedreiging

Zo wordt de komst van vluchtelingen vergeleken met een 'tsunami', 'massa' of 'plaag'. Deze metaforen en hyperbolen, regelmatig gebruikt door journalisten en politici, insinueren dat het hier om bedreigende natuurverschijnselen gaat die onverwacht en onbeheersbaar zijn, in plaats van mensen, schrijft Pieter Tichelaar in zijn onderzoek naar de invloed van dehumaniserende figuratieve taal in het vluchtelingendebat.

Watermetaforen, zoals stroom, tsunami en vloedgolf, spreken extra tot verbeelding in een land als Nederland, waar men al eeuwen vecht tegen de kracht van de zee en waar een teveel aan water catastrofale gevolgen kan hebben. Het verschil met de 'plaagmetafoor' is dat water op zich geen negatieve connotatie opwekt, terwijl een plaag een concrete vergelijking met luizen, sprinkhanen of kikkers suggereert.

Zo worden vluchtelingen ontmenselijkt. Omdat ze vaak als één groep worden gezien, neemt hun anonimiteit alleen maar toe. De afstand die op deze manier wordt gecreëerd, maakt het gemakkelijker om onmenselijk migratiebeleid te voeren aangezien het niet meer gaat om een mens van vlees en bloed maar om een label 'vluchteling'.
Recht op behoorlijke levensstandaard

Eén ding wordt voortdurend over het hoofd gezien: mensen zíjn geen stromen, maar individuen die veiligheid opzoeken en een beter leven voor zichzelf en hun familie wensen. Het verlangen naar een waardevol bestaan kun je niet 'indammen' of 'controleren'. Alle mensen hebben hier trouwens recht op. 'Iedereen heeft recht op een behoorlijke levensstandaard', staat immers vermeld in artikel 13 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. 'Elk persoon heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en vertoeven binnen de grenzen van elke Staat; heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren.'

Debatterende politici en leiders lijken dit niet te begrijpen en blijven dehumaniserende metaforen gebruiken. Misschien beseffen ze niet (of beseffen ze dat juist al te goed) dat het woordgebruik binnen het politieke debat een sturende rol heeft in de manier waarop burgers over die onderwerpen praten en denken.

Farish Noor, hoogleraar Internationale Politiek aan Nanyang Technological University in Singapore, verbaast zich over de geraffineerdere wijze waarop we tegenwoordig dehumaniseren, die zelfs politiek 'correcter' is dan voorheen. In een interview met De Groene Amsterdammer vertelt hij dat we 'in het verleden mensen eenvoudig terzijde konden schuiven, als 'bosn-woord' of een dehumaniserend woord voor Aziaten. Nu gebruiken we woorden als vluchteling, economische migrant, asielzoeker, maar altijd is er het idee in vervat dat ze iets van ons willen. Ze willen opvang, ze willen onze huizen, onze banen. Alsof het verlangen naar een beter leven iets verkeerds is'.

Op Movement willen we deze labels terzijde schuiven en unieke verhalen brengen van personen die in beweging zijn. Want zo definiëren we alle migranten, ongeacht de reden waardoor ze hun land verlaten hebben en naar elders verhuizen.

We streven naar eerlijke en uitgediepte verhalen met een focus op mensen: wie ze zijn, wat en hoe ze denken, en niet welke bureaucratische status ze hebben.
Terug