NL
.
Het hondenfluitracisme van extreem-rechts
Het hondenfluitracisme van extreem-rechts
'Doe normaal of ga weg'. Drie jaar geleden uitte premier Mark Rutte die zin in een open brief die in vrijwel alle ochtendkranten geplaatst werd. Een paar jaar eerder had de VVD Rotterdam als verkiezingsslogan 'In Rotterdam spreken we Nederlands.' Bij de aankondiging van Rutte III spraken zowel de premier als CDA-leider Sybrand Buma over de 'gewone Nederlander'. Soms heet die ook wel de 'hardwerkende Nederlander'. Ook vaak gehoord: 'onze cultuur', 'onze normen en waarden' en 'grensbewaking' tegen de 'illegale migrant'.

Deze termen zijn niet zo onschuldig als ze lijken: ze fungeren als een zogenaamd politiek hondenfluitje (dog whistle). "Zoals een hondenfluitje een hoge toon geeft die alleen honden kunnen horen, zo is een politiek hondenfluitje een boodschap met twee niveaus: op het eerste niveau lijkt het alsof het helemaal niet over bijvoorbeeld ras gaat, maar voor een select publiek roept het een scherpe reactie op", zegt Ian Haney López, hoogleraar rechten aan de Californische Berkeley-universiteit. Een politiek hondenfluitje kan ook homo-, transfobisch of mysogyn (anti-vrouw) zijn. Over raciale hondenfluitjes schreef López in 2019 het boek Dog Whistle Politics en in 2019 het vervolg Merge Left: Fusing Race and Class, Winning Elections, and Saving America.

'Diehard globalist'
In letterlijke zin gaan termen als 'hardwerkende' of 'gewone Nederlander' niet over ras: iedereen die in Nederland werkt, is gewoon en in theorie hardwerkend. Maar wat echt bedoeld wordt: witte Nederlanders. Ja, in Rotterdam is de voertaal Nederlands, maar er zijn genoeg toeristen en expats die voornamelijk Engels spreken. Daar hebben mensen doorgaans weinig problemen mee. Wat de VVD wilde bereiken met de slogan, was bekrachtigen dat het niet oké is als iemand Turks of Arabisch spreekt. Nog een voorbeeld: Marine Le Pen zette zichzelf tijdens de Franse verkiezingsstrijd in 2017 neer als 'patriot' tegenover Emmanuel Macron als 'diehard globalist'. Oftewel: zij was de voorvechter van witte Fransen, Macron van niet-witte Fransen.

In hetzelfde straatje past de strijd voor 'statelijke rechten' in de Verenigde Staten. Ronald Reagan raakte in 1980 geliefd bij conservatieve zuiderlingen toen hij voor die 'statelijke rechten' opkwam. De term dateert uit de tijd van de Burgeroorlog, die zogenaamd draaide om de rechten van staten tegenover de federale overheid, maar in werkelijkheid om de afschaffing van de slavernij ging. De zuidelijke staten, die het hardst riepen om 'statelijke rechten', wilden de slavernij behouden. Ze gebruikten die term om hun segregatiewetten te verdedigen. Wie anno 2020 over 'statelijke rechten' spreekt, roept herinneringen aan die strijd op - en daarmee herinneringen aan een tijd waarin witte mensen absolute macht hadden over zwarte mensen, zegt López.

Politieke hondenfluitjes zijn overal en ze dienen een duidelijk doel: verdeeldheid zaaien. Volgens López zijn hondenfluitjes het belangrijkste instrument van neoliberale politici om brede steun te krijgen voor sociaal-economisch beleid dat slechts een heel select gezelschap daadwerkelijk dient.

Er is een verschil tussen codetaal en politieke hondenfluitjes. Kunt u dat uitleggen?
"We spreken van een hondenfluitje als code-taal bewust wordt ingezet om sociaal destructieve ideeën te bevorderen. Codetaal an sich is geen probleem; politici proberen wel vaker bepaalde doelgroepen voor zich te winnen door onderwerpen aan te kaarten die voor die groep belangrijk zijn. Barack Obama kreeg bijvoorbeeld van de Republikeinen vaak de kritiek dat hij hondenfluitjes gebruikte als hij dingen zei als 'We shall overcome'. Met name voor één groep, zwarte Amerikanen, was dit een niet te missen verwijzing naar het strijdlied van de beweging van Martin Luther King - wel codetaal dus, maar geen hondenfluitje waarmee racistische ideeën worden gestimuleerd."

Hoe gaat het gebruik van hondenfluitjes precies in z'n werk?
"Er zijn drie stappen in het proces. Eerst wordt het hondenfluitje ingezet. In feite duwt een politicus iemand een racistisch denkbeeld door de strot zonder dat die persoon het per se doorheeft. Vervolgens wordt de politicus waarschijnlijk ter verantwoording geroepen door iemand die zich meer expliciet met racisme bezighoudt en die het hondenfluitje wel herkent. Maar omdat de politicus nooit expliciet over ras gesproken heeft, kan hij het ontkennen.

Donald Trump doet het continu. Hij wordt van racisme beschuldigd omdat hij Baltimore, waar veel zwarte Amerikanen wonen, een 'door ratten geteisterde stad' noemde en ontkent dat hij het over ras had. 'I am the least racist person', zegt hij dan. De derde stap is iets dat de laatste tijd, in elk geval in de VS, sterk in opmars is: de politicus slaat terug. "Ik ben niet racistisch, je noemt me alleen maar racistisch omdat ik wit ben. Dat is racistisch van jou", zegt hij tegen critici. Conservatieven en extreem-rechtse politici draaien racisme om en laten hun aanhangers zo geloven dat progressieven en mensen van kleur een hekel hebben aan witte mensen. Op die manier wakkeren ze raciale angsten nog verder aan."

De 'boreale wereld' van Baudet
Een van de meest in het oog springende moderne voorbeelden van politieke hondenfluitjes in Nederland is de 'boreale wereld' van Thierry Baudet. Het komt over als een wetenschappelijke term, maar is dat allerminst: de term wordt sinds de jaren 70 gebruikt als hondenfluitje door politici die witte dominantie over andere bevolkingsgroepen voorstaan, inclusief Jean-Marie Le Pen.

In dezelfde toespraak zei Baudet: "Net als al die andere landen van onze boreale wereld, worden we kapotgemaakt door de mensen die ons juist zouden moeten beschermen. (...) Vooral worden we ondermijnd door onze bestuurders." Niet alleen gebruikt Baudet een overduidelijk politiek hondenfluitje, hij verbindt die direct aan anti-overheidssentiment. Daarmee zaagt hij aan de stoelpoten van sociale solidariteit in Nederland en daarmee aan de sociale welvaartsstaat.

Toen Baudet vervolgens door critici gewezen werd op zijn flagrante, racistische uitspraken, speelde hij de vermoorde onschuld. Hij plaatst zichzelf bovendien vaak in de slachtofferrol, waarmee hij het idee dat juist progressieven racistisch zijn, versterkt. Precies volgens de stappen die López heeft geïdentificeerd.

Eén type hondenfluitje noemt u de 'zelfbeschermende leugen'. Wat is dat?
"De meerderheid van de Trump-supporters is in principe tegen racisme. Die mensen hebben problemen met witte nationalisten als David Duke (voormalig leider van de Ku Klux Klan, red.) en Steve Bannon, blijkt uit mijn onderzoek. Maar zij zijn wel bang voor rassenverschillen. Ze voelen wrok jegens zwarte Amerikanen, vertrouwen latino's niet en zijn doodsbenauwd voor moslims. Ze maken zich zorgen over mensen van een ander 'ras', maar ze vinden zichzelf niet racistisch. Politici spreken hen aan in een codetaal die hun vertelt dat ze die angsten mogen hebben zonder racistisch te zijn. Vervolgens wordt die taal gebruikt om hen te manipuleren.

Een voorbeeld is de slogan Make America Great Again. Dat is een zelfbeschermende leugen, omdat het aan de oppervlakte niet om racisme, misogynie of homofobie gaat, maar om patriottisme. In werkelijkheid worden vooroordelen ermee aangewakkerd. Volgens mij zie je hetzelfde in Europa. Je vindt er een diep geïnternaliseerd gevoel van witte superioriteit terug bij goede, nette mensen die zichzelf niet als racistisch zien."

Hoe kan dat?
"Raciale houdingen zijn niet in beton gegoten. Mensen kunnen raciale angsten hebben en racisme tegelijkertijd afwijzen. Iemand kan zich zorgen maken om illegale immigranten en oprecht vinden dat je iemand niet op huidskleur moet beoordelen. Mensen schakelen continu tussen dat soort raciale houdingen, afhankelijk van de context. Mensen die een volledig stabiele houding hebben ten opzichte van ras, zijn ofwel keiharde activisten voor raciale gelijkheid, ofwel witte nationalisten. Beide zijn betrekkelijk zeldzaam. Verreweg de meeste mensen hebben op enig moment een veelvoud aan raciale houdingen. En dat geldt ook voor mensen van kleur.

Het is belangrijk te beseffen dat ras geen biologisch concept is. Ras wordt opgehangen aan iets dat onveranderbaar is - huidskleur en geografische afkomst - en doet zich daarmee voor als een natuurlijk voorkomend verschijnsel. Maar het is een bedacht concept; het werd in het leven geroepen in de tijd van de kolonisaties, om te verantwoorden waarom sommige mensen het verdienden om uitgebuit, bestolen of vermoord te worden. Zodra je ras ziet als wapen met een sociale functie, het zaaien van verdeeldheid, laat je het idee los dat het een coherent concept is. Wie zogenaamd tot een bepaald ras zou behoren, is totaal afhankelijk van het politieke doel dat wordt nagestreefd en dat verandert met de tijd. Vandaag de dag is dat doel voor neoliberale politici, vaak onder invloed van lobbyisten, om zichzelf en hun politieke donors te bevoordelen terwijl ze doen alsof mensen van kleur de reden zijn dat de witte middenklasse het moeilijk heeft."

Moet ik me het zo voorstellen dat een groepje witte mannen in een achterkamertje tegen elkaar zegt: "Laten we witte angst aanwakkeren om onze eigen agenda na te jagen"?
"Misschien niet zo direct, maar het is absoluut niet per ongeluk dat het gebeurt. De Republikeinse Partij is de partij van en voor rijke zakenlui. Ze weten dat ze niet naar de kiezer kunnen stappen en zeggen: 'Stem op ons, zodat we grote bedrijven belastingvoordelen kunnen geven waarvoor jij gaat opdraaien'. In plaats daarvan praten ze over terroristen en illegalen als tegenpool van de stille meerderheid en ware patriotten in het midden van het land (het Amerikaanse equivalent van 'de hardwerkende Nederlander', red.)."

Met welk doel?
"Verdeeldheid zaaien, zodat mensen niet doorhebben dat de rijke elite het economische systeem zo optuigt dat het henzelf bevoordeelt en anderen benadeelt. Sterker nog: zodat de rijke elite neoliberale bezuinigingsmaatregelen kan doorvoeren die de middenklasse treffen, maar daar zelf niet als schuldige voor worden aangewezen. Ze hebben al een zondebok: niet-witte mensen."

Kunt u een voorbeeld uit Europa geven?
"Margaret Thatcher heeft in Engeland de sociale welvaart in de jaren 80 gedecimeerd. Dat was gewoon keihard neoliberaal beleid, bedoeld om het bedrijfsleven en de rijke elite rijker te maken. Maar om dat te verkopen, moest Thatcher een verhaal bedenken waarom sommige mensen het niet verdienen welvarend te zijn. In het Verenigd Koninkrijk werd dat verhaal destijds opgehangen aan sociale klasse. De arme klasse zou anders zijn, minder hard werken en slechte familierelaties onderhouden. Daarom verdienden de armen het om arm te zijn en moest de overheid hen zeker niet helpen. Als je dat doortrekt naar het heden, zie je dat 'de arme klasse' is geëvolueerd naar 'immigranten'. Pakistanen, Marokkanen of in het algemeen moslims verdienen het om arm te zijn. Want ze delen zogenaamd onze waarden niet en zijn niet zoals wij. Ook in Europa worden dit soort verhalen en hondenfluitjes gebruikt om sociale solidariteit af te laten brokkelen."

Hoe kunnen mensen hondenfluitjes herkennen en aanvechten?
"Benoem het zodra je het hoort. Maar pas daarbij op dat je niet in het oude raamwerk van 'wit tegen niet-wit' blijft hangen. Dat is precies wat de rechterkant wil: dat we onszelf verdelen in raciale teams. Want dan kunnen ze, precies volgens het stappenplan voor hondenfluitjes, ontkennen dat ze racistisch zijn en vervolgens jou van racisme beschuldigen. Dan bereiken ze precies de verdeeldheid waar ze naar op zoek zijn. Om racisme en hondenfluitjes effectief te bestrijden, hebben we een paradigmaverschuiving nodig."

Hoe bedoelt u dat?
"Van oudsher zien we racisme alleen als de overheersing van witte mensen over niet-witte mensen. Dat perspectief leidt tot de conclusie dat witte mensen alleen worden geholpen, en niet getroffen, door racisme. Daaruit volgt dat racisme stoppen niet in het belang van witte mensen is. Maar wie het gebruik van racistische denkbeelden daarnaast ziet als wapen van de neoliberale elite tegen de middenklasse, realiseert zich dat ook witte mensen baat hebben bij het tegengaan van racisme. Niet slechts vanuit een morele plicht, maar uit eigenbelang. Het betekent dat een cross-raciale samenwerking tegen witte dominantie, en daarmee neoliberale overheersing, mogelijk is."

Wat moet de boodschap van zo'n samenwerking zijn?
"Dat we allemaal best wel hetzelfde zijn, maar tegen elkaar worden uitgespeeld zodat sommige mensen en bedrijven daarvan kunnen profiteren. Dat we een samenleving verdienen waarin voor iedereen gezorgd wordt, in plaats van dat welvaart in de handen komt van een kleine groep. Om rechts-extremisme, racisme en hondenfluitjes effectief te bestrijden, moeten we de strijd voor raciale gelijkheid en sociaal-economische rechtvaardigheid samenvoegen. Uit mijn onderzoek blijkt dat 60 procent van de Amerikanen ontvankelijk is voor politieke boodschappen waarin die zaken worden samen gevoegd."

Kan zo'n boodschap ook in Europa aanslaan? Daar is minder economische ongelijkheid dan in de VS.
"Mijn onderzoek richt zich specifiek op de VS, maar ik zie een universele tendens in het gebruik van ras als wapen om ons tegen elkaar uit te spelen. Europa moet oppassen dat het zich niet verder laat verdelen door politici die raciale en religieuze hondenfluitjes gebruiken om sociale solidariteit te laten afbrokkelen. Want als die solidariteit eenmaal wordt ondergraven, verdwijnt het idee dat de overheid voor iedereen hoort te zorgen.

In Europa worden hondenfluitjes vooral in termen van religie en cultuur geframed. Door te impliceren dat moslims gevaarlijke terroristen zijn, bijvoorbeeld. Wees waakzaam voor dat soort al dan niet subtiele boodschappen. Culturele verschillen zijn soms legitiem, maar vaak is er een onderliggende boodschap over zogenaamde raciale verschillen. Europa heeft in het verleden laten zien dat het een sterke, kapitalistische samenleving kan verbinden aan de gelukkigste en gezondste mensen ter wereld. Nu is het zaak dat uit te breiden naar mensen die historisch gezien niet als Europees werden gezien."

Klik hier voor het volledige artikel.

Terug