NL
.
Dat jij geen woning kan vinden is niet de schuld van migranten, maar van woonbeleid
Dat jij geen woning kan vinden is niet de schuld van migranten, maar van woonbeleid
Statushouders krijgen vaak de schuld van het gebrek aan betaalbare huurwoningen. Terwijl niet migranten, maar de overheid blaam treft, zeg stadsgeograaf Cody Hochstenbach. 'Door te wijzen naar statushouders, kan de politiek ongestoord verder gaan met het afbreken van de Nederlandse volkshuisvesting.'

Eens in de zoveel tijd zie ik een pakkende spotprent voorbijkomen op sociale media. Een bankier, een witte arbeider en een arbeider van kleur zitten aan een tafel met twintig koekjes. De rijke bankier graait negentien van de koekjes en zegt vervolgens tegen de witte arbeider met het ene overgebleven koekje: 'Pas op, die migrant probeert je koekje te stelen.'

De afgelopen tijd moest ik hier een aantal keer aan denken.

Onlangs schreef ik voor OneWorld over de periode dat mijn vader dakloos was, en dat het totale aantal dakloze mensen in tien jaar tijd is verdubbeld. Ik legde uit hoe deze scherpe toename het gevolg is van decennialang doelbewust woonbeleid.
Een loopje met de werkelijkheid

Ik kreeg vooral veel positieve reacties. Velen spraken hun waardering uit voor het feit dat ik mijn persoonlijke verhaal vertelde. Velen waren verontwaardigd over de onacceptabele toename in dakloosheid.

Een klein groepje kaapte het artikel voor de eigen agenda. Op Twitter plaatste iemand met veel volgers mijn stuk met de vraag "Waarom helpt Nederland hun eigen mensen niet eerst?" Haar tweet werd honderden keren gedeeld. Een VVD-wethouder schreef: "Mooi stuk. Dit is waarom we groepen zoals statushouders geen voorrang op een sociale huurwoning moeten geven. Omdat andere groepen dan extra lang moeten wachten."

Uiteraard staat het iedereen vrij het stuk op hun eigen manier te interpreteren. Deze interpretaties druisen echter totaal in tegen de kern van het stuk, en nemen bovendien een loopje met de werkelijkheid.
7 procent, daar hebben we het over

Eerst de cijfers. Het CBS registreerde in 2018 bijna veertigduizend dakloze volwassenen, wat overigens waarschijnlijk nog steeds een onderschatting van de werkelijke omvang van het probleem is. Van deze groep heeft meer dan de helft een migratieachtergrond (eerste of tweede generatie)1. Een sterke oververtegenwoordiging. In plaats van schuldig te zijn aan de dakloosheid van anderen, zijn mensen met een eerste of tweede generatie migratieachtergrond er juist relatief vaak zélf slachtoffer van.

Statushouders zouden niet alleen verantwoordelijk zijn voor de lange wachtrijen voor sociale huurwoningen, maar krijgen bovendien de schuld van de hoge prijzen op de vrije markt. VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis volhardt, ondanks al meerdere malen op zijn leugens en halve waarheden te zijn gewezen, dat nagenoeg alle nieuwgebouwde sociale huurwoningen naar statushouders gaan. In werkelijkheid gaat slechts 7 procent van het totale aantal vrijkomende sociale huurwoningen naar statushouders, zo blijkt uit registratiecijfers van Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Een betrekkelijk klein percentage.

Zo'n standpunt van de grootste politieke partij van het land, gebaseerd op onwaarheden, normaliseert xenofobie en racisme. Het is precies de verdeel-en-heerspolitiek uit de spotprent. Door doelbewust verdeeldheid te zaaien, hopen zij de aandacht af te leiden van het feit dat overheidsbeleid actief heeft bijgedragen aan het tekort aan betaalbare woningen.

Een goed voorbeeld van deze strategie was onlangs te zien in Rotterdam. Wethouder Bert Wijbenga, wederom een VVD'er, stelde dat de stad jaarlijks maximaal 640 statushouders zou moeten opnemen. Een groter aantal zou volgens hem onverantwoord zijn, onder meer vanwege de druk op de sociale woningbouw. Geen woord over het feit dat de Rotterdamse corporatievoorraad sinds 2002 al met zo'n 30.000 woningen kromp en dat het gemeentebestuur inzet op een afname van nog eens 12.000 woningen de komende tien jaar.

Door te wijzen naar statushouders en andere gemarginaliseerde groepen, kan de politiek ongestoord verder gaan met het afbreken van de eens internationaal vermaarde Nederlandse volkshuisvesting.
Beperkend beleid

We zien dit ook landelijk gebeuren. Sinds 2013 is de nieuwbouw van corporatiewoningen meer dan gehalveerd. Het totale aantal sociale huurwoningen in handen van woningcorporaties is zelfs met bijna 100.000 woningen geslonken. Bovendien is het beleid al vanaf eind jaren tachtig gericht op het terugdringen van de sociale huurvoorraad en toegang tot de sector aan banden te leggen.

Door dit beperkende beleid komt een groeiende groep mensen in de knel. Het gaat om veelbesproken middengroepen als agenten, verpleegkundigen en leraren, maar ook om arbeiders en statushouders. Zij verliezen allemaal, met dakloosheid als ergste gevolg.

Van politici mogen we meer verwachten. De huidige retoriek is een slinkse strategie om door te kunnen gaan met het verkopen en slopen van de sociale huur. Gaan wij hierin mee, dan faciliteren we zowel xenofobie als de afbraak van de volkshuisvesting als belangrijke pijler van de verzorgingsstaat; en giftige cocktail waar niemand met een laag of middeninkomen, ongeacht achtergrond, van profiteert.
Terug