NL
.
Ecologische politiek betekent niets zonder antiracisme
Bron: oneworld.nl
Zoals Naomí Combrink hier en Clarice Gargard hier helder uiteenzetten, bleken Simons' collega's in de gemeenteraad niet in staat een politieke discussie te voeren over racisme en politiegeweld. Die discussie werd ontzenuwd, overstemd en verbannen door de politieke wijsheid van een zwarte vrouw tot onderwerp van gesprek te maken. "U doet uw zaak geen recht", stelde Johnas van Lammeren. Zoals zo vaak klonk de klacht dat wie over ras begint, zelf de racismekaart speelt. Bij het vallen van het woordje 'wit' implodeerde Van Lammeren en snauwde hij Simons toe "nederig" te gaan zitten.

Wat heeft dit nu met ecologische politiek te maken? In één woord: alles.
De orde bewaken

Van Lammeren bleek niet alleen ongevoelig voor de manier waarop racisme als kwestie werd geneutraliseerd, hij deed zelf hartstochtelijk mee. Dat doet vermoeden dat hij niet begrijpt wat er in ecologische politiek op het spel staat.

Net als antiracisme vraagt ecologische politiek niet om aanpassingen en verbeteringen van een bestaande orde; ecologische politiek vraagt om ruimte voor kwesties die nu überhaupt geen plek krijgen in de status quo. Het gaat om kwesties die alleen geadresseerd kunnen worden wanneer die orde zélf verstoord wordt.

Wat Simons deed en zei, paste niet in de orde der dingen. Geen wonder dat een groot gedeelte van het debat ging over timing en terminologie. Ze sprak 'voor haar beurt' en gebruikte woorden als 'wit'. Het zijn precies dit soort mechanismen die ook ecologische kwesties kleineren en neutraliseren, zoals bijvoorbeeld te zien was in de vele aanmatigende reacties op klimaatstakende jongeren.

Dat Van Lammeren geen solidariteit voelde met Simons laat zien dat hij zich op zijn gemak voelt in de gemeenteraad. Dat hij kan denken dat zijn politiek daar thuis is. Dat kan alleen wanneer diezelfde politiek zich heeft versmald tot haalbare plannen en voorstelbare verbeteringen van het leven zoals het al is. Echte alternatieven zijn dan uit beeld geraakt.

Het contrast is opvallend. Simons' optreden toonde aan hoe de grenzen van het bespreekbare eruit zien. Haar partij Bij1 bestaat om die grenzen te doorbreken; Van Lammeren was juist bezig die grenzen te bewaken. Maar is dat echt wat de PvdD wil? Er is iets grondig mis met een ecologische politiek die zich comfortabel gaat voelen bij de macht, juist nu klimaatkwesties eindelijk prioriteit lijken te gaan krijgen.

Nog zorgwekkender is een ecologische politiek die meewerkt aan het versmallen van antiracisme tot comfortabel liberalisme en kleurenblindheid. Racisme adresseren gaat niet als men blijft volhouden dat we allemaal vrije individuen zijn en kleur er niet meer toe doet. Wie ontploft bij het woordje 'wit', denkt kennelijk dat we al in een post-raciale tijd leven. Die denkt dat de antiracistische strijd grotendeels gestreden is; dat zo'n strijd enkel de politieke extremen betreft en niet de gevestigde orde zelf. Wie bij het woordje 'wit' meent dat de spreker zelf 'de racisme-kaart speelt', voegt zich naar een orde die antiracisme buitenspel zet.

De witheid van linkse politiek vernauwt antiracisme uiteindelijk tot een bevoogdend emancipatiedenken: 'Wij zijn al verlicht, nu de rest nog'. Het gaat er dan niet meer om de orde te bevragen, maar haar te bewaken en 'anderen' erin toe te laten. Dat wordt niet voor niets 'tolerantie' genoemd. Antiracisme wordt op die manier gelijkgesteld aan non-discriminatie - zolang het binnen de status quo valt. Dat het 'moderne, vrije' leven zelf het product van een racistische geschiedenis is, blijkt geen reden om er vraagtekens bij te zetten.
Uitbuiting van aarde en van mens

Juist voor ecologische politiek is de witheid van linkse politiek dodelijk. Wie bij antiracisme niet verder kan denken dan non-discriminatie; niet verder dan een antiracisme zoals de orde die toelaat, kan ecologische kwesties niet goed bevatten. Ecologische politiek laat namelijk zien hoe ons leven gebaseerd is op extractie, op het toe-eigenen, exploiteren en onder dwang gebruiken van wat 'de natuur' genoemd wordt. Door liefdeloos met andere dieren, oceanen, planten, eco- en klimaatsystemen om te gaan, kunnen grondstoffen goedkoop worden gewonnen en met winst worden verkocht. Op die winst drijft onze zogenaamde welvaart. Ecologische politiek verzet zich tegen deze uitputting en verschraling van leven en aarde.

Mensen leven zelf ook onder extractie, ook zij worden toegeëigend, uitgebuit en onder dwang gebruikt, beschikbaar gemaakt om te werken. De al eeuwen dominante vorm van mensen-extractie wordt door de zwarte feministische denker bell hooks treffend beschreven als de white-supremacist-capitalist-patriarchy. Imperialistische verhoudingen en de neokoloniale continuering daarvan maken mensenlevens goedkoop, plooien ze tot bruikbare pionnen en creëren zo een vruchtbare grond voor accumulatie en rijkdom.

Mensen in rurale gebieden verliezen bijvoorbeeld toegang tot schoon drinkwater en trekken naar steden om daar diensten van zestien uur te draaien. Het leven dat we in een rijk land als Nederland gewend zijn, zou onbetaalbaar worden als het niet meer mogelijk is om ergens in de ketens van productie en consumptie mensen als vuil te behandelen. Zulke verhoudingen werken uiteindelijk ook door in hoe politie de stedelijke bevolking in Amsterdam in het gareel houdt.

De extractie van de aarde, waar ecologische politiek tegen strijdt, is dan ook geheel afhankelijk van de manier waarop racisme werkt en mensenlevens inricht. Zonder racisme zou ecologische extractie niet mogelijk zijn. Voor uitbuiting zijn namelijk de verschillen in menselijke waardigheid nodig die racisme tussen ons creëert. Ketens van boven- en onderschikking maken mensen beschikbaar om andere dieren te slachten, om giftige industrieën gaande te houden, om diesel op zee te dumpen, om afval te verwerken en om te leven in zones van vervuiling. Dat ook de levensbedreigende gevolgen van vervuiling, verschraling en andere ecologische rampen langs racistische scheidslijnen lopen, maakt het bovendien moeilijk om verzet te organiseren.
Hoe milieuracisme minderheden ziek maakt
Schuilkelders

Hoe is het mogelijk dat deze verstrengeling van racisme en ecologisch geweld niet serieus wordt genomen? Hier doet witheid haar werk. Dat kan namelijk alleen wanneer je denkt dat racisme iets van vroeger is en de opwarming van de aarde de politieke kwestie van de toekomst is. Alleen vanuit die beleving zijn klimaatvluchtelingen een 'dreiging', die als argument kan fungeren voor meer groen bewustzijn. Alsof het pas tijd is wat te gaan doen aan de manier waarop wij de aarde bezetten, wanneer wij er hier 'last' van krijgen. En zo kun je alleen denken wanneer je jezelf ongrijpbaar kon wanen voor extractie en zijn gevolgen.

Het is alsof je vanuit een schuilkelder naar buiten kijkt en daar de ecologische rampspoed ziet aankomen. Witheid is de belofte dat 'wij' niet geraakt zullen worden, dat 'wij' uitgezonderd blijven. Wanneer linkse partijen al te wit zijn, kunnen ze berusten in deze voorstelling en zijn ze eerder geneigd witheid te bewaken. Er is dan geen plek voor mensen die de orde verstoren en met kwesties aankomen die tot het verleden zouden behoren. De aandacht moet strak op de aankomende storm gericht blijven, op duurzaamheid en bestaanszekerheid. De rest is afleiding.
Grenzen

Te veel van Nederlands links, zo ook bij de PvdD, kijkt naar de wereld vanuit die schuilkelder en neemt haar vernauwde blik voor waar aan. Maar Europa, witte mensen en witheid zelf zullen niet ontastbaar blijken voor de destructieve gevolgen van een orde die gebouwd is op extractie. De PvdD zal keuzes moeten gaan maken. Linkse partijen en bewegingen zullen keuzes moeten gaan maken.

Blijven ze bescherming zoeken in de schuilkelders die de verzorgingsstaat, technologie en grensbewaking geboden hebben? Om deze bouwsels in stand te houden, zal racisme onverminderd en in nieuwe, groteske vormen moeten worden voortgezet. Of komen ze naar buiten en sluiten ze zich aan bij iedereen voor wie de schuilkelders van witheid überhaupt nooit een veilige schuilplaats waren?

Een flink deel van het Nederlandse electoraat lijkt geen behoefte te hebben aan de buitenlucht boven de schuilkelder. Zij eisen op wat hen na de oorlog beloofd is: democratie én comfort. Voor een paar vluchtelingen is misschien nog plek in de schuilkelder, maar er moeten toch zeker grenzen zijn.

Met alle macht proberen linkse partijen de belofte vol te houden. GroenLinks hult zich in progressief nationalisme. De SP belooft migratiecontrole. Deze formules veronderstellen onverminderde extractie, terwijl de mogelijkheden daartoe steeds sneller krimpen. Links moet zich zo snel mogelijk tot vertolker van deze toestand maken, wil ze niet door fascisme overbodig gemaakt worden. Fascisme drijft op de belofte van witte bescherming en gedijt bij linkse schuilkelderpolitiek die weigert te breken met die belofte. Witte onaantastbaarheid zal moeten worden overwonnen. Misschien dat de beelden uit de Amsterdamse gemeenteraad daar desondanks aan bij hebben gedragen.
Terug