NL
.
Het Belgisch koloniaal verleden: 'We zien maar een heel klein topje van de gigantische ijsberg'
Op 22 september staat auteur en opiniemaker Heleen Debeuckelaere op het podium tijdens Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd in Leuven. Ze zal vertellen over dekolonisatie en het Patrice Lumumbaplein. Wij spraken haar alvast over hoe racisme in de media besproken wordt en waarom het nuttig kan zijn om Leopold II nog even op zijn sokkel te laten staan. Foto's: Kubra Mayda

Laten we even terugblikken op het kolonisatieliedje dat op Pukkelpop gezongen werd tegen twee zwarte vrouwen. Een logische reactie is dat meer onderwijs over de kolonisatie nodig is. Maar weten jongens die zingen over handjes afhakken niet juist heel goed wat er gebeurd is?
"Beter onderwijs over kolonisatie is geen garantie dat mensen ook afstand nemen van de kolonisatie. Denk maar aan iemand als Maxime Goris van KVHV Leuven, die claimt geschiedenisstudent te zijn en vindt dat we ook de "goede" kant van kolonisatie moeten belichten. Toch denk ik dat beter en meer onderwijs over kolonisatie nodig is. Zulke jongens hebben dat liedje ergens geleerd. Grote kans dat ze hun informatie maar van één plaats halen. Waarschijnlijk is dat niet de school, openbare omroep of ons collectief bewustzijn, maar een plaats waar er een soort affiniteit is met Leopold II en zijn daden.

Ik heb zelf geschiedenis gestudeerd en leerde toen weinig over kolonisatie. Dat zou inmiddels beter moeten zijn, maar dat neemt niet weg dat nog steeds weinig mensen de feiten kennen over kolonisatie. Weinigen weten hoe lang het precies duurde. Dat het niet alleen Belgisch-Congo was, maar dat ook Rwanda en Burundi Belgische mandaatgebieden werden na de Eerste Wereldoorlog. Als je over kolonisatie spreekt, is het belangrijk dat je in elk geval begrijpt hoe lang die periode duurde en over welke gebieden het gaat. Wat er allemaal gebeurd is, hoeveel levens er verloren zijn gegaan. Dat leer je niet als je enkel een versie vol verheerlijking van het verleden te zien krijgt, zoals in het oude Afrika-museum. Daar ligt een taak voor onderwijs en media. De roep om die taak beter in te vullen klinkt al heel lang."

Snel nadat dit verhaal in de media kwam, verschoof de focus van het getoonde racisme naar of het slachtoffer de situatie zou hebben "uitgelokt".
"Er werd gezegd dat er een conflict was in het publiek, dat het slachtoffer met haar vriendin had proberen voor te dringen. Vervolgens schreef Tom Naegels in de Standaard dat zij 'niet het perfecte slachtoffer' is en dat het gesprek over racisme daardoor niet vooruit komt. Maar het ding is: niemand is perfect, ook slachtoffers niet. En als antiracistische beweging kun je niet kiezen wie er slachtoffer wordt van racisme, of toevallig een camera bij zich heeft om dat vast te leggen.

Dat er op voordringen tijdens een concert meteen met racisme gereageerd wordt, dààr zou het over moeten gaan. Want die reactie zegt iets over onze samenleving: we dragen als samenleving de last van het koloniaal verleden niet, omdat we er niet over onderwezen zijn door school en media. Omdat we die last niet samen dragen, moeten de mensen die er eigenlijk het meest onder lijden zicht constant verantwoorden. Dat kan niet langer zo."

Er doken ook getuigenissen op dat dit specifieke liedje bij meerdere studentenverenigingen wordt gezongen.
"Ik weet niet of dat zo is. Ik zal er nooit bij zijn als die dingen gebeuren. En daarom zeg ik dat we dit als samenleving moeten dragen; in dat soort situaties moeten er white allies zijn die zeggen 'dit kan niet'. Maar als het zo is dat dit liedje bij meerdere verenigingen gezongen wordt, verbaast dat mij helemaal niet. Ik denk dat met mij heel veel zwarte mensen daar niet van verschieten. Ik ben mixed race, dus ik hoor soms wel dingen die mensen over zwarte mensen durven zeggen, omdat ze denken dat ik daar niet bij hoor. Of dan zeggen ze er snel bij dat het niet over mij gaat, 'gij zijt ni zo een'. Zulke momenten doen mij vermoeden dat ik alleen maar een heel klein topje van de gigantische ijsberg te zien krijg."

Hoe kunnen media over racisme schrijven zonder er zo'n welles-nietes spel van te maken?
"Als mensen incidenten aan het licht brengen, dan volgen er reacties van 'linkse intellectuelen' die focussen op de manier waarop jij als slachtoffer onrecht aankaart. You gotta do better, je moet respectabeler zijn, minder kwaad zijn, beter schrijven, afro wegstoppen, beter gekleed zijn...

Op die manier negeren ze de situatie zelf en verwijten het slachtoffer al snel dat hij of zij aan het polariseren is door iets aan te kaarten. En dat rechts daarmee in de kaart gespeeld wordt, want als je kritiek hebt op rechts of racisten aanvalt, dan groeit juist hun draagvlak. Los van of dat zo is: zij vergeten erbij te zeggen dat het de slachtoffers zijn die iets aankaarten. Een man die een liedje aan het zingen is over Congo is geen slachtoffer, behalve slachtoffer van slechte opvoeding. Het meisje op Pukkelpop is op dat moment een slachtoffer, maar wordt neergezet alsof ze kan opwegen tegen die jongens en de hele ideologie van rechts die daarachter zit. Maar zij zit in een minderheidspositie als ze onrecht aankaart. Dat wordt vaak vergeten.

Dus hoe kan het beter? Ik denk dat er om te beginnen meer begrip moet zijn voor het feit dat we, en ik zeg dat niet graag, slachtoffers zijn. Dat we historische slachtoffers zijn in een bredere context. De menselijkheid van een slachtoffer moet gerespecteerd worden en niet alleen als die voldoet aan bepaalde voorwaarden. We komen niet vooruit als we de discussie blijven voeren op het niveau van respectabiliteitspolitiek.

Er gaat ook iets moraliserend uit van zulke opiniemakers, omdat zij intelligenter en beter geplaatst zouden zijn om een mening te hebben over zo'n incident, en omdat mensen die racisme aankaarten te emotioneel zouden zijn. Dat is niet waar. Zulke opiniemakers zijn ook emotioneel over hun positie in de samenleving, dat blijkt ook uit hun stukken, alleen zien ze dat zelf niet zo. Daarbij komt ook nog eens dat wij vaak veel meer over racisme weten, want we've been there and we've been doing this for a very long time."

Na Pukkelpop schreef Tom Naegels een opiniestuk waarin hij de huidige antiracistische beweging in Vlaanderen omschreef als te extreem. Antiracisten zouden een voorbeeld moeten nemen aan de Amerikaanse burgerrechtenbeweging en mensen zoals Martin Luther King en Rosa Parks.
"De burgerrechtenbeweging bestond niet alleen uit "gematigde" stemmen als Rosa Parks en Martin Luther King, ook figuren als Malcolm X hadden een aandeel. En hoe denk je dat er destijds naar Parks en King werd gekeken? De activisten die meededen aan de Bus Boycotts in Montgomery werden gevolgd door de FBI, dat waren staatsvijanden. En bekijk eens speeches van King later in zijn leven, die waren een stuk radicaler dan wat er nu meestal van hem geciteerd wordt. Zulke beweringen zijn geschiedvervalsing en intellectueel oneerlijk.

En vooral: Naegels doet alsof de strijd van Martin Luther King geslaagd is. Ik weet niet of je dat zo kunt stellen, gezien bijvoorbeeld het grote aantal zwarte slachtoffers van politiegeweld in de VS. Het is een intellectueel oneerlijke beredenering die gebruikt wordt om respectabiliteit af te dwingen. Hoe moeten we dan actie voeren tegen racisme? Allemaal een pak aandoen en gaan marsen door de Dansaertstraat? Portreteer je niet als een bondgenoot die het allemaal beter weet. Dat is paternalistisch en niemand heeft er iets aan."

Jij houdt je als activiste en historica vooral bezig met de openbare ruimte. Iedereen kent de beelden van koning Leopold II, maar kun je iets vertellen over minder bekende voorbeelden van koloniale geschiedenis in het straatbeeld?
"Een interessant voorbeeld is het standbeeld 'Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten' in Schaarbeek, ter nagedachtenis aan zwarte soldaten die vochten onder wit leiderschap tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Elk jaar legt de Congolese gemeenschap daar kransen neer om de gevallen soldaten te herdenken. Maar het standbeeld zelf is een super koloniaal standbeeld dat bestaat uit twee gezichten, van een zwarte en een blanke man. De blanke man is op een elegante manier gegraveerd met een safarihoedje, de zwarte man is ruw getekend en heeft heel dikke lippen. Ik vind dat zo'n frappant standbeeld omdat het toont dat de enige ruimte die er is om zwarte soldaten te herdenken, een zeer koloniale plaats is.

Of neem het Lumumbaplein in Elsene, vernoemd naar de Congolese onafhankelijkheidsleider en eerste democratisch verkozen premier van de Republiek Congo Patrice Lumumba. Meer dan vijftien jaar lang hebben mensen zich onvermoeibaar ingezet voor de komst van dit plein, ik vind dat heroïsch. Inmiddels is het dan toch gelukt, maar de omstandigheden zijn eigenlijk intriest. Twee weken nadat het plein was ingehuldigd, deed de burgemeester van Elsene een ordonnantie waarbij de politie meer ID-controles ging uitvoeren in de zone rond het plein in de Matongewijk. Dat inwoners van Matonge, veelal met Congolese roots, niet op straat kunnen lopen zonder hun ID boven te halen, dat zegt heel veel vind ik."

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer mensen zich herkennen in de publieke ruimte? Hoe denk je bijvoorbeeld over het hernoemen van straten?
"Ik begrijp waarom mensen straatnamen belangrijk vinden, maar ik ben niet overtuigd van het gigantische nut van het hernoemen van straten. Symbolisch is dat zeer krachtig, maar ik weet niet of dat het voornaamste is waar we ons op moeten focussen. Ik zie geen concrete veranderingen in de retoriek van politici; de N-VA doet een hoop laakbare dingen, maar heeft wel het Lumumbaplein goedgekeurd. Ik heb het gevoel dat mensen zich heel makkelijk kunnen verstoppen achter die dingen, 'kijk eens, we hebben dat toch gedaan'. Dus we moeten voorzichtig zijn met denken dat een straatnaam hier en daar helpt. Zo ben ik ook geen fan van het weghalen van koloniale standbeelden uit publieke ruimtes. Daarvoor is er nog te weinig kennis van de geschiedenis."

In de VS is er een sterke beweging om controversiële beelden van hun sokkels te halen.
"Ik denk dat het daar wel gerechtvaardigd is, omdat er veel grotere kennis over het slavernijverleden is. Hetzelfde geldt voor de standbeelden van Lenin en Stalin die weggehaald zijn uit voormalige Sovjetstaten. Dat is een andere situatie: mensen wisten zeer goed wie Stalin was. In België weten mensen te weinig waar Leopold II voor stond. In plaats van standbeelden weg te halen, vind ik interacties ermee veel interessanter. Als activisten zo'n standbeeld een hand afhakken of overgieten met rode verf, zet dat passanten aan het denken. De openbare ruimte mag geen non-plaats zonder culturele herinneringen worden.

Koning Leopold II staat in Brussel nu schuin tegenover het Lumumbaplein. Als er zoiets gebeurt, zijn we als samenleving actief bezig met onze geschiedenis. En dat is nodig. We hebben een gigantische historische afstand gecreëerd, iedereen denkt dat de kolonisatie superlang geleden is. Maar mijn moeder is bijvoorbeeld geboren in koloniaal Rwanda en zij is niet zo oud. Of neem de vrouw die bij mijn ouders de strijk komt doen, zij is als witte vrouw opgegroeid in Belgisch Congo.

De kolonisatie is minder lang geleden dan de Tweede Wereldoorlog en heeft veel langer geduurd. Maar er zijn geen honderden films en documentaires over gemaakt, er is nooit een rechtbank geweest zoals in Nürnberg. Dus hoe kunnen we die historische afstand verkorten? Dat is wat mij bezighoudt."

Waar werk je momenteel aan?
"Ik ben vooral geïnvesteerd in de publieke ruimte en hoe we daarmee omgaan. In plaats van over de hedendaagse ervaringen van mensen van kleur te schrijven, wil ik een soort geschiedenis schrijven van wij die hier al zo lang zijn. Ik wil wat verder terug in de tijd gaan en met mensen praten over hun verleden. Wij bestaan niet in de ogen van geschiedschrijvers. En dus doe ik het zelf. Of het een boek wordt? Dat zeg ik nog niet! (lacht)"
Terug