NL
.
Racisme in het voetbal is nooit ver weg
Racisme in het voetbal is nooit ver weg
Laat ik voorop stellen dat ik ontzettend hypocriet ben ten aanzien van dit onderwerp. Ik kijk nooit naar voetbal. Niet naar de eredivisie, de Champions League, Europa League of zelfs het EK. Terwijl ik uit een voetbalfamilie kom. Iedereen - ook de vrouwen - voetbalde ooit. Behalve ik. Nul aanleg. Nul interesse.

Maar zelfs voor mij is het WK vaste prik. Dan ben ik opeens fanatiek. Niet alleen omdat Nederland normaal gesproken altijd wel meedeed, maar ook omdat dat voor mij vaak het enige moment was om Afrikaanse teams op het wereldtoneel te zien. Heel eventjes lijkt het letterlijk een gelijk speelveld waarop 22 mannen er met een bal het beste van moeten maken - niet echt natuurlijk, want Duitsland heeft ook in het voetbal meer middelen dan Tunesië.

Ik geef meteen toe: als Nederland er deze cup wel bij was, maar er was geen Afrikaans land gekwalificeerd, dan had ik niet gekeken. Sinds de normalisering van rechtspopulisme, nationalisme en anti-migratie in politiek en media, is mijn loyaliteit op WK-gebied verschoven naar Afrikaanse teams. Het interesseert me niet welk. De underdog zal mijn sympathie hebben, want bij het WK hoop ik altijd weer dat de machtsverhoudingen even op hun kop kunnen worden gezet.

Ook Marokkanen, Eritreeërs, Ghanezen, Congolezen, zelfs Surinamers in mijn kringen wilden dat Marokko, Tunesië, Egypte, Nigeria of Senegal ver zouden komen. Landsgrenzen, vlaggen en geboorteplaatsen doen er niet toe. Dat het continent dat op zoveel vlakken benadeeld wordt succes zou behalen wel. Nu ze bijna allemaal zijn uitgeschakeld, juichen we voor Senegal, het enige (Afrikaanse) team met een zwarte, Afrikaanse coach. Aliou Cissé is ook de jongste coach. Hij doorbreekt de aanname dat een Afrikaans team een oude, witte man nodig heeft voor het strategisch inzicht.
Verzuurde mannetjes

Maar het kijken naar de Afrikaanse teams is een kwelling door de racistische (onder)toon van zowel de commentatoren als de verveelde en verzuurde mannetjes bij 'Studio Rusland'. We kennen de stereotyperende wijze waarop zwarte spelers worden gereduceerd tot spierbundels die enkel varen op kracht en snelheid en niet op tactiek. Willem Vissers, voetbalverslaggever van de Volkskrant, zei in een video zelfs dat 'voetballend Afrika hectisch' is en dat het 'publiek ongelooflijk enthousiast' is. "Maar dat kan soms ook omslaan in een bijna niet te temmen woede." Hij zei dit terwijl hij een shirt aanhad dat iets 'Afrikaans' moest uitstralen.

Bij de zege van Senegal op Polen vorige week leek iedereen wel teleurgesteld. "'Goh, hij kan keepen', flapte de commentator eruit na de zoveelste redding van Khadim N'Diaye. "Senegal voelt zich oppermachtig, ze voelen zich haast verheven boven de Polen", klonk er verbaasd toen Senegal op winst stond. Zelfvertrouwen bij Afrikanen? Hoe is het mogelijk! Vervolgens verklaarde hij de winst niet uit goed spel bij Senegal, maar 'gebrek aan kwaliteit bij Polen'. Ook in Studio Rusland klonken neerbuigende teksten. "Ze spelen onvoorspelbaar, zoals wel vaker bij dit soort landen", was de vreemde conclusie van Dries Boussatta.

Racisme, onder supporters, verslaggevers en volgens velen ook bij het videoarbitersysteem Var, is een constante. Romelu Lukaku zei het al: "Als ik goed speel, ben ik de Belgische spits, als ik slecht speel, ben ik de Belgische spits van Congolese afkomst." En dat in een sport die vol zit met Afrikaanse spelers. Onder Afrikanen is er dan ook de running gag dat we altijd nog op dat andere Afrikaanse team kunnen terugvallen: Frankrijk. Voetbal moet het hebben van (Afrikaanse) migranten. Vandaag gaan de Europese leiders weer als kippen zonder kop manieren zoeken om die migranten op nog brutere wijze uit Europa te houden. Zouden zij voetbal kijken?
Terug