NL
.
Praten met mensen die je haten
Praten met mensen die je haten
Sinds de allereerste keer dat ik in de media verscheen, krijg ik haatmail. Ik ben daarin geen uitzondering. Letterlijk iedereen die ooit met zijn snoet op tv verscheen, heeft het meegemaakt. Gemene comments onder artikels, verwensingen in de inbox van je sociale media-profiel: het hoort er nu eenmaal bij. Helaas.

Als je zoals ik dan ook nog eens over gevoelige thema's als racisme of identiteit schrijft of spreekt, durven mensen daar best ver in te gaan. Zo kreeg ik ook al post op mijn redactie (jawel, iemand betaalde een postzegel om haat te versturen), werden mijn foto's al een aantal keer gephotoshopped (ik als aap, ik met vervormde lippen), kreeg mijn man al haatberichten, kreeg ik doodsbedreigingen (jawel, meervoud), werden mijn kinderen in een bericht bedreigd, heb ik al verschillende dick-pics gekregen (ik haat jou, hier is mijn penis... vreemd).

En héél af en toe kwam ik het zelfs in het echte leven tegen. Twee keer ben ik in mijn gezicht uitgescholden omdat iemand me herkende, en één keer werd een lezing verstoord door mannen van een extreemrechtse groepering. Ze vielen de lezing binnen met drie: eentje met camera, twee anderen verkleed als Zwarte Piet en gemaskerd. Ik stelde hen nog voor om het woord te nemen en hun standpunt te verduidelijken, maar dat was natuurlijk de bedoeling niet. Achteraf verscheen een filmpje online met een heel kort stukje van hun 'actie' (uiteraard de uitnodiging tot gesprek eruit geknipt).

De mensen die me graag zien en die bezorgd zijn, adviseerden me altijd om haat te negeren. "Je moet dat allemaal niet lezen." Maar zo simpel is dat niet. Voor je een bericht kan wissen en de afzender blokkeren op Facebook bijvoorbeeld, moet je dat bericht wel opendoen. En een bericht openen en niét lezen vergt haast bovennatuurlijke inspanning.

Daarnaast zitten er ook heel vaak fijne berichten in mijn berichtverzoeken op Facebook. Als ik alles blindelings zou wissen, dan zou ik zulke berichten ook missen. Terwijl ik daar zoveel aan heb.

Gewoon wegblijven van sociale media zou ook een optie zijn, maar dan zou ik zoveel minder mensen bereiken. Ik zou ook veel voeling en connectie kwijtspelen met wat er leeft bij mensen. En wat zou ik dan moeten doen op het toilet?

Daarbij: als mensen gek genoeg zijn om een brief te typen, afprinten, in een envelop doen en die effectief posten, dan is daar weinig aan toe doen. Of als er mensen gek genoeg zijn om verkleedkleren en maskers bij elkaar te zoeken, een hele montage te maken voor een heel knullig filmpje en op te zoeken waar ik ga spreken... Tja, dan biedt offline gaan of 'het negeren' weinig soelaas.

Ik ben een hele tijd terug dus een andere weg ingeslagen. In plaats van te doen alsof die haters niet bestaan, ben ik heel af en toe (als ik tijd en energie had) in gesprek gegaan met mijn online trollen. Dat deed ik door heel rustig dingen te antwoorden als "Hallo ik ben Dalilla en ik ben een mens, en wat je zegt kwetst. Waarom ben je zo kwaad?".

Daar zijn vreemd genoeg de meest interessante gesprekken uit voortgevloeid. Minstens acht van de tien keren is het eerste antwoord dat ik terugkrijg "sorry". Ik denk dat mensen die zulke haatberichten sturen schrikken als ze zich weer realiseren dat er aan het ontvangende einde een echte persoon zit en geen kartonnen bord. Daarna volgt een lijst aan dingen die ze dénken dat ik heb gezegd ("jij wil Sinterklaas afschaffen", "jij haat Vlamingen", "jij vindt dit of dat racistisch"). Waarna ik dan rustig uitleg wat ik effectief heb gezegd of geschreven en links doorstuur naar artikels die ik schreef. De helft haakt dan af (lezen is doorgaans niet de favoriete bezigheid van de doorsnee troll denk ik). Maar de helft die doorleest verandert bijna àltijd van gedachte. Daarna volgt ofwel een "veel succes nog he" (echt waar!) of een persoonlijk verhaal. Er schuilt veel eenzaamheid, verdriet en pijn in de meeste mensen met wie ik zo in gesprek ben gegaan.

Als ik vertel aan vrienden dat ik die gesprekken heb, vragen ze zich vaak af waarom ik me daarmee bezig houd, waar ik de energie vandaan haal. Maar voor mij is het ontmantelen van zo'n hater juist helend. Het maakt me sterker en overtuigt me dat het pad dat ik gekozen heb (verandering teweegbrengen door consequent in dialoog te gaan) wel degelijk zinnig is. Het is ook een goede manier om de angst niet de bovenhand te laten nemen. Want uiteraard ben ik soms bang. Het is ook best heftig allemaal. Die angst aanpakken door actie te ondernemen, geeft me het gevoel terug zelf in controle te zijn.

Je zal het misschien in een of andere krant of op een nieuwssite gelezen hebben, maar ik heb een paar dagen geleden een soort anti-racistisch sprookje meegemaakt. Sommige haat-reacties raken me veel meer dan andere, ik weet zelf vaak niet waarom.

Er was een tijdje terug een racistisch berichtje binnengekomen bij ons sprekersbureau. Op de ene of andere manier bleef net dat bericht langer nazinderen dan anderen. Misschien omdat het vlak na die "protestactie" binnenkwam, misschien omdat het te professioneel leek, misschien omdat de afzender te onbevreesd was. Een echte naam, een echt emailadres, een echt telefoonnummer én de naam van een bestaand bedrijf waren ingevuld. En toen herinnerde ik me dus hoe het me altijd helpt als ik actie onderneem.

Ik smeedde een plannetje om de afzender te confronteren. Wat volgde was een prachtige ontmoeting met een moeder en twee tieners. Twee tieners die een serieuze wake-up call hebben gekregen (een van hen was de afzender), en daar effectief uit geleerd hebben. Het was een dag die ik nooit zal vergeten, en die me enorm veel rust gegeven heeft. Je kan het volledige verhaal hier lezen.

Nu, ik ben heus niet van plan dat scenario nog eens te herhalen. Het had helemaal anders kunnen aflopen. Daarbij heb ik absoluut geen tijd, zin of energie om elke gek die me wat stuurt persoonlijk te gaan opzoeken. Maar ik ben blij dat ik het dit keer wel deed. Het was weer een bewijs dat er achter die online haters die denken dat ik een kartonnen bord ben, ook echte mensen schuilen. En dat is even geruststellend als verontrustend (ja, dat kan soms). Het stelt gerust te weten dat het overgrote deel van de trolls lang niet zo'n bedreiging is als ze proberen te lijken. Het is anderzijds verontrustend dat zoveel mensen echt de moeite doen om alle foute ideeën die ze over iemand ontwikkelen te voeden en die persoon, die ze totaal niet kennen, gaan belagen. Een dubbelsnijdend zwaard.

Ik ben niet de eerste of de enige die in gesprek ging met zijn of haar online haters. Sunny Bergman belde de hare op in haar documentaire 'Wit is ook een kleur'. Gilles De Coster ging aanbellen bij trolls in 'Karen en De Coster'. Hun bevindingen zijn eigenlijk een beetje hetzelfde als wat ik ervaar: de meeste mensen vergeten dat wat ze online zeggen echt bij iemand aankomt. Ze reageren doorgaans geschrokken of beschaamd, en ze hebben allemaal een volledig fout beeld van de persoon of de situatie waarover ze hun haat spuwen. Een enkeling houdt moedig vol.

De Britse comedian Jamali Maddix maakt voor Vice de geweldige docu-reeks 'Hate thy Neighbour', waarin hij die volhouders, de echte extremisten, een tijdje volgt. Hij interviewt hen, gaat mee naar hun activiteiten, leert hun familie en vrienden kennen en schuift gezellig mee aan tafel. Dat deed hij met haters van elke strekking: racisten en neo-nazi's, extreme anti-abortus-activisten, nieuw-rechts, zwarte separatisten, religieuze extremisten enzovoort. Ik heb elke aflevering gekeken en genoten van Jamali's rustige, grappige houding.

Het is een bizarre beleving: je ziet mensen lachen, liefhebben, dansen. Ze zijn vriendelijk tegen Jamali (het ging maar een keer even mis), verwelkomen hem in hun midden. En een tel later zie je hen schuimbekkend de meest obscene dingen schreeuwen. Vaak over mensen die er bijvoorbeeld uitzien als Jamali zelf.

Gaandeweg ontdek je wel een patroon, je ziet gelijkenissen tussen al die extreem boze mensen. Ze hebben ergens een probleem, hebben ooit iets meegemaakt of hebben zich buitengesloten gevoeld. En door zich achter een extreme groep, een extreme mening te scharen hebben ze een gevoel van 'thuis' gevonden. Verenigd in haat. Ik vraag me altijd af: wat als al die woedende mensen, die online en offline schreeuwers, nu die energie in iets positief zouden steken?

Ik weet dat ik haat toegestuurd zal krijgen zolang ik me in de media begeef. Ik maak me geen illusies dat die enkelen met wie ik een goed gesprek heb daar iets aan veranderen. Op een gegeven moment moet je je neerleggen bij die realiteit en bedenken hoe je daarmee omgaat. Afwegen of het de moeite waard is ook. Voorlopig vind ik nog van wel. Er gaat zeker een moment komen waarop ik vind van niet, dat voel ik ook ergens. Maar gelukkig weet ik intussen, doordat ik er een heleboel persoonlijk ken, dat er tegen die tijd genoeg andere journalisten, opiniemakers en activisten zijn die eruitzien als ik en die klaarstaan om mijn plaats in te nemen.
Terug