NL
.
Piratenpartij: 'Geen racisten in de raad!'
Piratenpartij: 'Geen racisten in de raad!'
Er heerst een maatschappelijk klimaat waarin kritiek op extreem-rechts bij voorbaat verdacht is, Op 18 maart ga ik demonstreren. Voor een stad waar alle Amsterdammers, ongeacht hun kleur, gender, culturele achtergrond, nationaliteit of religie erbij horen. Waar iedereen gelijk wordt behandeld. En ja, dus voor een stad zonder racisten in de gemeenteraad.

In 1982 werd oud-minister Wilhelm de Gaay Fortman door een journalist gefeliciteerd met de verkiezingsoverwinning van zijn CDA. Hij antwoordde met: "Maar er zit wel een racist in het parlement."

Niemand dacht dat hij de uitslag van de verkiezingen niet accepteerde. De Gaay Fortman sprak zich slechts uit. Zoals je van een politicus mag verwachten.

Hoe anders is dat nu. Bij het eerste beetje weerstand wilden de PvdA, de SP en de Partij voor de Dieren niet langer meedoen met de antiracistische demonstratie van 18 maart. GroenLinks demonstreert weliswaar nog wel, maar heeft zich om onduidelijke redenen wel teruggetrokken van het manifest.

De wegblijvende partijen roepen dat de slogan 'Geen racisten in de raad' de vrijheid van anderen beperkt. Niemand heeft me nog kunnen uitleggen hoe.

Hoe beperk je iemands vrijheid door uit te spreken dat je het niet met hem of haar eens bent? En waarom zou een politicus wel in een debat, maar niet op een demonstratie zijn mening mogen geven? Sinds wanneer is demonstreren verdacht?

Na de moord op Pim Fortuyn, en de opmerking dat de kogel van links kwam, is er in Nederland een nieuw soort politiek correctheid ontstaan.

Er heerst een maatschappelijk klimaat waarin kritiek op extreem-rechts bij voorbaat verdacht is.

Waarin het blootleggen van racisme wordt aangevallen als uitsluiting. Waarin je niet kunt zeggen dat een partij aan alle wetenschappelijke kenmerken van het neofascisme voldoet, zonder erbij te moeten zeggen dat je uiteraard tegen geweld bent.

Intussen neemt het aantal racistische incidenten schrikbarend toe. Kunnen we dagelijks zien hoe onze politieke leiders uitsluiting en islamofobie legitimeren.

Het moet afgelopen zijn. Welwillend Nederland heeft lang genoeg ­geluisterd, meebewogen en - in de woorden van Geert Wilders - thee­gedronken. De resultaten zijn een verhard en gepolariseerd debat, een onmenselijk vluchtelingenbeleid en geweld tegen minderheden.

Niet in mijn Amsterdam. In deze prachtige stad, die altijd zo trots is op haar tolerantie, kunnen we het niet langer laten gebeuren. Ik spreek me uit. Als politicus, als democraat en als Amsterdammer. Ik wil geen racisten in de raad!
Terug