NL
.
Slavernijverleden: nieuw montuur, oude glazen
Slavernijverleden: nieuw montuur, oude glazen
Mainstream wit-Nederland heeft een nieuwe slogan: ‘We moeten het verleden niet veroordelen met de bril van nu’. Het is, zoals te verwachten, in essentie niet veel meer dan een herformulering van dat diepe verlangen om ‘het’ gezellig te houden. Zoals altijd hangt deze gezelligheid niet af van de persoon die iets slechts doet maar van degene die deze persoon hiermee confronteert. Bijvoorbeeld: Een racistische grap om even wat lucht te blazen in ‘die verstikking van politieke correctheid’? Gezellig. De racistische grap racistisch noemen? Een doodzonde. In Fort Polder zijn het namelijk niet de acties maar de afwijzingen die als verderfelijk worden gezien. De afkeer van de tot Beeldenstorm gedoopte eisen bevestigt dit.

Ook toen verzetsbewegingen tegen slavernij en kolonialisme
Zijn rol in de slavenhandel maakt ‘zeeheld’ Michiel de Ruyter tot een terrorist. Figuren als Maurits, Van Riebeeck, Coen? Terroristen. Volgens mainstream wit-Nederland is echter niet hun terreur maar de afwijzing van hun terrorisme het echte probleem. Afwijzingen die, als we premier Rutte moeten geloven, iets van de laatste tijd zijn. Wat hij hiermee achterwege laat, zijn de vele verzetsbewegingen die vanaf de eerste minuut vochten tegen slavernij en kolonialisme. Strijd door de Marrongemeenschappen, verzet door iconen als Mary Prince, Queen Nanny, Tula en Boni… Rutte’s retoriek (her)kent ze niet. In plaats daarvan suggereert hij dat het witte superioriteitsgevoel dat de basis van kolonialisme en slavernij vormde een universeel gedachtegoed was. Alsof het terroriseren van zwarte en niet-zwarte personen van kleur gebeurde op hun verzoek omdat ook zij dit the only way to go vonden.

Zwarte en niet-zwarte gemeenschappen van kleur waren voor het besef van hun humaniteit en waardigheid geenszins afhankelijk van het besef of de bevestiging van witte Europeanen. Zij hadden, in tegenstelling tot het overgrote deel van deze witte Europeanen, toen al ‘de blik van nu’. Zij verzetten zich toen al tegen de wandaden aangevoerd door misdadigers als Jan Pieterszoon Coen, Jan van Riebeeck, Michiel de Ruyter en Johan Maurits van Nassau-Siegen. Zij leidden het verzet dat uiteindelijk zou resulteren in de afschaffing van de door Nederland uitgevoerde slavernij in de gekoloniseerde gebieden en het dekoloniseren van deze landen. Zij wisten toen al wat humaniteit, waardigheid, gerechtigheid en beschaving betekenen. Dat vele inheemse Nederlanders zich keer op keer, compleet in trance, verliezen in emotionele en wilde pogingen om dit te bagatelliseren, maakt dit natuurlijk niet minder waar.

In een poging de Nederlandse identiteit weer wat nieuw leven in te blazen, is men in Fort Polder druk bezig om de flarden van fabels en witte fragiliteit op z’n Frankensteins aan elkaar te naaien. Wat Coen, Van Riebeeck, De Ruyter en de andere witte kolonisten deden, is niet nu pas erg. Dat de Nederlandse regering de kritiek op de daden en besluiten van haar voorgangers minder makkelijk naast zich neer kan leggen, dát is iets van de laatste tijd. Rutte’s suggestie dat iedereen het er vroegâh over eens was dat massamoord, slavernij en andere vormen van terreur geoorloofd waren, zou een premier onwaardig moeten zijn. Hij zegt nog net niet  dat ‘we’ Holland’s Finest  niet uit het straatbeeld hoeven te verwijderen omdat de levens van zwarte personen pas sinds kort meetellen in overwegingen van slechtheid. Het is verkiezingstijd dus wie weet wat die ons nog brengt.

White comfort sells
Voor vele doorsnee witte Nederlanders geldt de erkenning van verzet als bedreiging van de zorgvuldig gecreëerde en dagelijks herhaalde illusies van goedheid en redder-zijn. Voor een collectief geheugen dat de nationale misdaden nauwelijks ruimte gunt, zijn verhalen over betrokkenheid bij gerechtigheid van levensbelang. Meer dan reflexen zijn het voorwaarden om de conversatie niet op slot te gooien. “We hebben slechte dingen gedaan maar we brachten ook verandering!” Dat men de verandering niet bracht of bedacht maar noodgedwongen moest volgen is voor velen onvoorstelbaar en ondraaglijk.
“Er waren ook witte abolitionisten!” White comfort sells dus het is slechts een kwestie van tijd voordat één van de nationale kranten zich waagt aan een Not All White People-achtige serie columns over hoe zwarte activisten die de witte abolitionisten niet in elk betoog noemen, ‘precies hetzelfde’ doen. Iemand zal het reverse erasure (het aandeel van witte mensen in de strijd tegen slavernij uitwissen, red.) noemen, weer een ander plakt er een vraagteken achter en voor je het weet hebben de debatcentra er weer een nieuwe programmareeks bij. Het Nederlandse onderwijssysteem heeft kennelijk zodanig gefaald (of succes geboekt, het is maar hoe je het bekijkt) dat men oprecht gelooft dat de strijd tegen kolonialisme en slavernij geleid werden door witte Europeanen.

Trouwens… wat is die ‘bril van nu’ en wie kijkt erdoor? Hoe krijg je het idee dat de gemiddelde zogeheten autochtoon de economische en mentale welvaart van Nederland niet nog steeds boven de levens van zwarte en/of niet-zwarte personen van kleur plaatst? Zijn de schoolboeken herschreven? Vallen er massaontslagen bij de politie en de uitzendbureaus nu opnieuw is gebleken hoe raciale profilering hun werk dicteert? Hoe bepaalt deze bril de manier waarop de doorsnee witte Nederlander kijkt naar Shell, de Nederlands-Britse multinational die ravage aanricht en achterlaat in onder andere Nigeria, Brazilië en op Curaçao?

Wie, behalve zij die white comfort op de UNESCO-erfgoedlijst willen plaatsen, gelooft nu werkelijk dat witte Nederlanders de wereld collectief door een gedekoloniseerde, niet-eurocentrische bril bekijken?

Geen van bovenstaande kwesties zijn even kwaadaardig als het fysiek en psychisch terroriseren van tot slaaf gemaakte personen en het uitmoorden van zwarte en niet-zwarte personen van kleur in de onder andere door Nederland gekoloniseerde gebieden. De vraag is ook niet of deze misdaden tegen de menselijkheid vandaag de dag nog op exact dezelfde manier zouden kunnen gebeuren. De vraag is: hoezeer ‘van nu’ is de blik van mensen die vinden dat misdaden tegen zwarte en niet-zwarte personen van kleur niet van invloed zijn op iemands heldenstatus?

Wat betreft de verering van de hoofdrolspelers in de horrors van slavernij en kolonialisme in de vorm van standbeelden of straat-, tunnel en schoolnamen: alles minder dan een sloopkogel en een koevoet richting wat niet in een museum eindigt, verdient een ‘nee’.
Weg met de koloniale terroristen! Maar dat zeiden velen van ons destijds natuurlijk ook al.
Terug