NL
.
De veranderlijke traditie van Sinterklaas en zijn gezelschap
Wanneer Sinterklaas juist is ontstaan is moeilijk te bepalen maar wellicht moeten we hiervoor teruggaan naar de pre-christelijke tijd. Wat wel met zekerheid geweten is Sinterklaas of toen Sint Nikolaas in de middeleeuwen hier ruim gevierd werd én dat Zwarte Piet vóór de 19e eeuw niet bestond binnen de Sinterklaasviering. Men kan dus stellen dat een traditionele Sinterklaasviering er één is zonder Zwarte Piet!

De pre-Romeinse Sinterklaas
Hoewel er geen fysisch bewijs voor werd gevonden, kunnen we veronderstellen dat Sinterklaas zijn oorsprong kent in een eeuwenoude viering die dateert van de tijd nog voor de Romeinen in de lage landen voet aan grond kregen. In deze periode vereerden lokale stammen onder meer de god Wodan.

Sint Nikolaas

Met de Romeinse overheersing en de uiteindelijke introductie van het christendom werden een aantal lokale gebruiken opgenomen in het christendom. Mogelijk werd de traditie en verering van de god Wodan vervangen door de verering van de patroonheilige Sint Nicola. Ongeacht of Sinterklaas gebaseerd is op Wodan of niet was zijn christelijke verering rond 1200 algemeen en zijn afbeelding wijdverspreid.


Van links naar rechts: Kerstman met elfen; Saint-Nicolas en Pere Fouettard; Sankt Nikolaus en  Ruprecht/Schmutzli; Nicolo en Krampus; Sinterklaas en Zwarte Piet

De patroonheilige en zijn gezelschap kent talloze varianten waarvan er tot op heden nog een aantal bestaan. Er is de welbekende Kerstman, vaak alleen maar soms vergezeld van elfen in de Angelsaksische gebieden maar ook daarbuiten. Terwijl in noord-Frankrijk Saint-Nicolas cadeaus uitdeelt geeft de in donkere lompen geklede sinistere metgezel Pere Fouettard zweepslagen aan stoute kinderen. In Duitsland heeft Sankt Nikolaus als metgezel Ruprecht of Schmutzli die weinig verschilt van de noord-Franse versie. In Oostenrijk wordt Nicolo vergezeld van Krampus, een demonisch figuur. In onze contreien wordt als enige Sinterklaas vergezeld van een racistische karikatuur. Hij wordt gekenmerkt door een karikaturaal Afrikaanse uiterlijk zoals een zwart of bruin geverfd gelaat tot ver achter de oren, grote rode lippen, zwart krullend haar (witte mensen hebben overwegend sluik haar), grote oorringen en een kleurrijke outfit die dateert van de tijd van de trans-Atlantische slavenhandel.

Sinterklaas in de late middeleeuwen
In de late middeleeuwen werd het Sinterklaasfeest gevierd in grote steden die weleens uit de hand liepen. Sinterklaas (of Sint Nicolaas) was in de tijd de beschermheilige van onder meer zeelieden, kinderen, etc. maar van Zwarte Piet was geen sprake. Sinterklaas liep soms alleen en was soms vergezeld. In gezelschap werd hij meestal vergezeld van duivelachtige wezens met donkere gewaden en kettingen die binnen de christelijke context het overwonnen kwade symboliseerden. Na de reformatie probeerden protestantse predikanten het Sinterklaasfeest af te schaffen omdat de katholieke patroonheiligenverering als afgoderij werd gezien. Het feest verdween uit het openbaar maar werd later heringevoerd tijdens de kortstondige Franse overheersing.


Sinterklaas als boeman uit De Beminnelike Gerrit

In de overwegend protestantse gebieden was Sinterklaas in deze periode veelal een boeman die gebruikt werd om kinderen schrik aan te jagen.

Zwarte Piet als Afrikaanse dienaar van de witte meester
Aan het einde van de 18e eeuw neemt de welvaart toe en zetten aanpassingen in de traditionele viering van het Sinterklaasfeest zich verder. Het is een periode waarin de slavernij nog welig tiert in de kolonies. De afschaffing van de slavernij zal uiteindelijk plaatsmaken voor de 'wedloop om Afrika' met een minstens even bloedig verloop als de trans-Atlantische slavenhandel.

Van links naar rechts: schilderij van Katarina I met kindslaaf gekenmerkt door ijzeren halsband; schilderij uit 1687 van Michiel van Musscher met kindslaaf; aquarel uit 1825 met Sinterklaas en Zwarte Piet; afbeelding uit het boek Jan Schenkman 1950.

Begin 1800 duiken er beschrijvingen op van een witte Sint die vergezeld wordt van een zwarte knecht. Zo is er een gedicht uit 1803 (of eerder), waarin een winterse geschenkenbrenger optreedt met naast zich een knecht die zijn "slaaf" en "neger" wordt genoemd. Een aquarel uit vermoedelijk 1825 toont 2 Nederlandse vlaggen bevestigd aan een gondel waarop een witte Sint wordt afgebeeld op een paard met aan haar poten een zwarte dienaar uitgedost in rood-witte haremkledij. Een andere bron uit die periode geeft een beschrijving uit Amsterdam van een bezoek op de Herengracht met een Sint en "zijn" zwarte dienaar. Een aantal jaar later in 1850 voert de Amsterdamse schoolmeester Jan Schenkman deze dienaar van Sinterklaas op in zijn boek "Sint Nicolaas en zijn knecht". De knecht uitgedost in rood-witte haremkledij heeft een ondergeschikte rol waarin hij bevelen van de Sint moet uitvoeren. De beeltenis van Zwarte Piet is geënt op hoe Europese kunstenaars in deze periode van kolonialisme zwarten afbeelden als slaaf of dienaar van hun witte meester. Het dient gezegd dat Zwarte Piet als ernstige Afrikaanse slaaf/dienaar wordt weergegeven in tegenstelling tot de knullige dommige dienaar in de latere periodes. Op het schilderij van Michiel van Musscher uit 1687 wordt een Afrikaanse kindslaaf afgebeeld met ijzeren halsband en gelijkaardige rood-witte haremkledij.

In een ander boek van Jan Schenkman uit 1950 getiteld "Prentenboek" is een weergave te zien van een schoorsteenveger. De klederdracht is gelijkaardig aan die van proletariërs. Het gezicht is niet zwart, er puilt sluik haar vanonder de kap en de handen zijn bleek in vergelijking met de rest van het lichaam en illustratie.


“Prentenboek” uit 1850 p3: Schoorsteenveger.

Zwarte Piet kruipt in deze periode niet door de schoorsteen maar gebruikt dit om snoepgoed naar beneden te gooien en kinderen te verrassen. Een tekst uit Schenkman's boek "Sint Nicolaas en zijn knecht" op pagina 11 luidt als volgt:

        Het leeft in den schoorsteen,
        Hoor, hoor dat geraas!
        Hoe rollen hier de app'len,
        't Is vast Sint Niklaas!
        Maar neen... 't Is zijn knechtje,
        Dat zwart is van kleur;
        Want ginds staat de Bisschop,
        Voor de opene deur.
        Zing spoedig een liedje,
        Zie, zie, hoe hij gooit!
        Hoe harder wij zingen,
        Hoe ruimer hij strooit.



Terwijl Zwarte Piet zich op het dak bevindt wordt de deur geopend wat logischerwijs impliceert dat de de ouders de deur openen voor Sinterklaas. In de literatuur en kunst van toen duidt niets erop dat Zwarte Piet een wit hulpje zou zijn die zwart werd door schoorsteenroet wel integendeel.


"Sint Nicolaas en zijn knecht" uit 1850 respectievelijk pagina 19 en pagina 10.

In de daaropvolgende jaren wordt de traditionele viering van Sinterklaas nog meer aangepast en neemt de racistische beeldvorming verder toe. Niet toevallig is dit ook de periode waarin racisme in Europa fors uitbreidt in het zog van eurocentrisme en het wetenschappelijk racisme dat een ruime tijd eerder zijn opgang maakte. Dit laatste is het pseudowetenschappelijk geloof in empirisch bewijs voor discriminatie op basis van herkomst. Het wordt voornamelijk aangewend voor het goedpraten en verantwoorden van de slavenhandel eerder, de kolonisatie met onder meer "de wedloop om Afrika" aan het eind van de 19e eeuw en de immense gruwel die daarmee gepaard ging.


(Links) Herdruk van "Sint Nicolaas en zijn knecht" uit 1907. (Rechts) Sinterklaas kapoentje uit 1928 van A.B. van Tienhoven.

In de herdrukken (Schenkman is dan reeds overleden) die volgen van het boek alsook andere (kinder)literatuur verandert Zwart Piet stilaan van een ernstige knecht in een domme speelse knecht waarbij de karikaturale kenmerken nadrukkelijker worden. Zijn lippen worden disproportioneel uitvergroot en zijn felrood. Hij krijgt grote gouden (creoolse) oorringen en zijn wit-rode haremkledij wordt vervangen door een kleurrijk zestiende-eeuws pagepak met niet het minste vlekje roet. Zwarte Piet wordt een vreemd accent aangemeten, en gedraagt zich als een onbezonnen, dom, ondeugend, vrolijk en ongehoorzaam jongetje en moet door Sinterklaas regelmatig tot de orde worden geroepen. Sinterklaas daarentegen wordt uitgebeeld als wijze gedistingeerde oude man die in controle is en het leiderschap draagt.

De wit-zwarte-tegenstelling tussen Sinterklaas en Zwarte Piet is dezelfde als die tussen Afrikanen en Europeanen in de heersende stereotype gedachtebgang over Afrika. 'Beschaafd versus primitief', 'christelijk versus heiden', 'volwassene versus kind', 'de menselijkheid van de Europeaan (...) tegenover de dierlijkheid van de Afrikaan'. Dit zwart-wit-dualisme wordt kinderen van kindsaf ingeprent en het is net dit racistisch aspect dat de meest rabiate voorstanders willen behouden in de Sinterklaasviering.

Amsterdam 1934 en ingehuurde Surinamers die Zwarte Piet moeten spelen

In 1934 meert Sinterklaas voor het eerst met een stoomboot aan in Amsterdam. Hij wordt daarbij vergezeld van een aantal ingehuurde Surinaamse matrozen die de rol van Zwarte Piet spelen. Het schoorsteenroetverhaal bestond toen nog niet.

Na-oorlogse Sint

Karikaturale afbeelding van Zwarte Piet die kunstjes opvoert

Vanaf het midden van de vorige eeuw is de stigmatiserende beeldvorming alomtegenwoordig. De viering zelf neemt uitbreiding en wordt ook op de televisie uitgezonden. Het aantal Zwarte Pieten is op sommige plaatsen neemt toe wat het gebrek aan individualiteit en persoonlijkheid benadrukt.

Hier en daar is er zichtbaar weerstand tegenover de huidige racistische variant van de traditie. Om kritiek van racisme te pareren doet zich een louter retorische verandering voor en wordt een nieuwe verklaring bedacht waarom Zwarte Piet zo'n donkere huidskleur zou hebben. Zwarte Piet is plots geen Afrikaanse dienaar meer maar zou een witte man zijn die zwart is door schoorsteenroet. Illustratief blijft alles ongewijzigd en de stereotype manier van weergeven bljift nagenoeg identiek aan die van Afrikanen in stripverhalen, advertenties, etc..

(Links) Sjimmie uit de jaren 50 ; (Rechts) Zwarte Piet uit 1969 ; Beiden geënt op een karikaturale weergave van een Afrikaan

Vanaf de jaren 80 en met de komst van de nieuwe nationale Sinterklaas ondergaat de traditie een aantal triviale veranderingen maar de meest flagrante racistische kenmerken daterend uit de koloniale toen Zwarte Piet werd verzonnen en toegevoegd aan de Sinterklaasviering blijven behouden.

Racistisch relikwie uit een racistische tijd

Dat Zwarte Piet een samenraapsel is van talloze westerse vooroordelen gebaseerd op Afrikanen kan niet ontkend worden. Zwarte Piet is een relikwie uit een racistische tijd van slavernij, eurocentrisme en wetenschappelijk racisme. Waar Sinterklaas voorheen alleen handelde, zelf een boeman was of een heiligman vergezeld door de onderworpen personificatie van het kwaad in de vorm van een duivel werd deze laatste zwart-wit-tegenstelling omgezet naar een Europeaan-Afrikaan-tegenstelling.

De verhouding van meester-dienaar wordt onder het mom van een kinderfeest ingebed vanaf het ogenblik dat de onschuldige kindergeest nog jong en onbeschreven is en in volle ontwikkeling. De Sinterklaas-Zwarte-Piet-tegenstelling is een verlengstuk van oude bestaande verhoudingen in de samenleving: ongelijkheid, ongelijkwaardigheid op basis van mechanismen van uitsluiting en vooroordelen.

Sinterklaas en zijn gezelschap zijn door de eeuwen heen zeer sterk geëvolueerd en aangepast aan de heersende tijdsgeest. Het enige wat ons vandaag weerhoudt om de traditie te ontdoen van de racistische karikatuur is heersend racisme in de huidige tijdsgeest.
Terug