NL
.
De stroeve dialoog tussen Abbring en Helberg is exemplarisch voor het racismedebat in Nederland
Bron: vn.nl
De stroeve dialoog tussen Abbring en Helberg is exemplarisch voor het racismedebat in Nederland
Psychiater Glenn Helberg zat afgelopen uitzending van Zomergasten tegenover Janine Abbring. Het werd een stroef gesprek, 'Helberg was wellicht te ambitieus, maar Abbring vertolkte de noodzakelijke stem van de niet-ingewijden op zo'n basisniveau dat het bijna schools werd.'

Twee zwarte mannen halen herinneringen op over hun intieme relatie als tieners. Ik kijk naar de slotscène van de oscarwinnende Moonlight van regisseur Barry Jenkins. Het hoofdpersonage Chiron toont voor het eerst zijn kwetsbare natuur die hij onder stalen biceps en bling verbergt. 'Je bent de enige man die mij ooit heeft aangeraakt', fluistert hij. Terwijl ze in oranje licht baden rust hij zijn hoofd op de schouder van Kevin. We schakelen terug naar de studio met psychiater en Artikel 1-lijstduwer Glenn Helberg. Er hangt een emotionele stilte die presentator Janine Abbring abrupt onderbreekt: 'Gaat het?'. Het tenenkrommende moment is illustratief voor het hele gesprek.

Helberg is waarschijnlijk voor veel Nederlanders vrij onbekend. Ik ken hem van mijn tijd als AT5-verslaggever waar we regelmatig een beroep deden op zijn expertise. Ik herinner me hem als een erudiete, innemende, belezen man met passie voor zijn beroep en de mensenrechtenagenda. Dat was in de afgelopen uitzending van Zomergasten niet anders. Helaas leek de gewoonlijk scherpe Abbring moeite te hebben met onderwerpen rondom racisme en LHBTI-emancipatie waardoor het een ongemakkelijke interactie werd.

Zo grinnikte ze bijvoorbeeld toen de homoseksuele psychiater vertelde dat hij als jongetje tijdens het masturberen bij het moment suprême maar aan een meisje dacht omdat 'God het dan misschien wél okay vond'. Pijnlijk als je je bedenkt hoe verlammend de angst voor de eigen seksualiteit kan werken.

"Klaarblijkelijk is er geen betere manier om te bewijzen dat racisme in Nederland niet bestaat dan door ongegeneerd racistisch te zijn."

De uitzending voelt door Abbrings onkunde meer als een hoorcollege dan een interview. Helberg begint met de film The Heart of Madness waarin Braziliaanse psychiater Nise da Silveira - in de tijd dat shocktherapie en lobotomie geaccepteerde werkmethoden waren - een humane aanpak introduceert. De Nederlandse psychiater legt daar de grondslag van zijn betoog: het belang van contact maken en het relationele voor de mens. Ook in de fysieke zin: 'De huid is het grootste orgaan, aanraking is zo belangrijk'.

Wat volgt is een aaneenrijging van fragmenten over sociale ongelijkheid en racisme die voor de kenners ijzersterk zijn, en voor de leek - wat Abbring blijkt te zijn - als drijfzand voelen. Helberg ontleedt en verklaart raciale ongelijkheid door middel van voorbeelden. Zoals een Miss Universe-verkiezing waarbij Miss Curaçao Annemarie Braafheid van de organisatie - als zwarte vrouw - onder geen enkel beding eerste mocht worden, een afschuwelijke AH-training waarbij Nederlands-Caribische medewerkers denigrerend en paternalistisch bejegend worden, tot aan arbeidersprotesten op Curaçao vanwege ongelijke beloning tussen zwart en wit, en de gevierde Amerikaanse schrijver James Baldwin. De psychiater veronderstelt dat we de ongelijkwaardigheid in het heden enkel kunnen begrijpen en veranderen als we de geschiedenis kennen. Waarop Abbring antwoordt met de vraag: 'Maar waarom is dat nodig voor mij als witte Nederlander?'.

Een vluchtige blik op Twitter buiten mijn 'filterbubbel' bevestigt dat zij niet de enige witte Nederlander is die dat denkt. De kritiek op Helberg stroomt - ondersteund door het inmiddels gebruikelijk racisme - binnen. Klaarblijkelijk is er geen betere manier om te bewijzen dat racisme hier niet bestaat dan door ongegeneerd racistisch te zijn.
White-washing en colorism

Ik moet denken aan een interview in Vanity Fair met Amerikaanse schrijver Fran Lebowitz waarin ze stelt dat om racisme bespreekbaar te maken je je niet moet afvragen hoe het is om zwart te zijn maar wat het betekent om wit te zijn. Het voordeel dat witte mensen - met alle sores van een mensenleven van dien - hebben is dat zij de norm zijn. 'Witte mensen lijken op hun ouders waarvan we al weten dat die 'de baas' zijn'. Je hoeft niet na te denken over je kleur omdat je kwaliteiten niet om die reden ter discussie staan. Daardoor zijn zij het niet gewend om zelfkritische gesprekken over ras en etniciteit te voeren.

De dialoog tussen Abbring en Helberg is exemplarisch voor het racismedebat in Nederland dat even stroef verloopt. De psychiater was wellicht te ambitieus met thema's als white washing en colorism maar de presentator vertolkte de noodzakelijke stem van de niet-ingewijden op zo'n basisniveau dat het schools werd. Iets dat je niet zag toen het over microbiologie ging waar - durf ik te wedden - menig Nederlander ook geen snars van begrijpt.

Halverwege de uitzending bekende Abbring haar twijfel, scepticisme en angst om iets verkeerds te zeggen. 'Maar daar ben ik ook bang voor, Janine', gaf Helberg toe, wat als een aderlating voelde van een beladen conversatie. Dat was niet het enige moment waarop de geïnterviewde de interviewer moest geruststellen. Ik vermoed dat het gesprek in de studio soepeler zou verlopen met een biculturele presentator. Net zoals je bij een hardloper sneller tot de kern komt met een sportjournalist die zelf ook hardloopt en tegelijkertijd - logischerwijs - haar vak verstaat.

Helbergs ogen fonkelen bij de laatste paar fragmenten, waaronder de documentaire over de jonge Oekraïense balletdanser Sergei Polunin die tijdens een veelbelovende carrière als solist zichzelf in drank en drugs verliest. Dat komt door de scheiding van zijn ouders, beargumenteert de kinderpsychiater.

Ook deelt hij terloops zijn ideeën over de oneindigheid van liefde en talent voor klassieke dans die zijn huidige carrière bijna in de weg stond. Maar de wensen van zijn hoogleraren en moeder - die hij graag behaagde - weerhielden hem daarvan. Over die Glenn had ik graag meer gehoord. Voorlopig moeten we het doen met wat de afsluitende schuifeldans met Abbring op Louis Armstrongs 'What A Wonderful World' onthult over zijn onbesproken kanten.
Terug