NL
.
Nederlands Centraal Bureau voor de Statistiek: 'Hoogopgeleide allochtoon vindt moeilijker een baan'
Hoogopgeleide autochtone werklozen vinden sneller werk dan werklozen met een niet-westerse achtergrond en hetzelfde opleidingsniveau. Bij laagopgeleiden is er nauwelijks verschil, zo blijkt uit cijfers van CBS over werklozen en hun arbeidspositie na drie maanden.

De werkloosheid nam in 2015 af onder zowel autochtone als niet-westerse Nederlanders.

"Bij laagopgeleiden van niet-westerse herkomst was vorig jaar 20,2 procent werkloos, tegen 9,2 procent van de autochtonen van dit niveau", concludeert het CBS. Onder hoogopgeleiden vallen de werkloosheidscijfers een stuk lager uit. Zo'n 3,4 procent van de autochtonen met een hoog opleidingsniveau  was in 2015 tegenover 8 procent van de hoogopgeleide niet-westerse allochtonen ().

Het relatief hoge werkloosheidspercentage onder laagopgeleide allochtonen komt volgens het CBS primair doordat ze sneller hun baan verliezen en niet doordat ze minder snel een baan vinden.Niet-westerse allochtonen met een hbo- of wo-diploma vinden wel minder snel werk vinden dan autochtonen.

Volgens het CBS nemen verschillen tussen allochtonen en autochtonen af naarmate het onderwijsniveau lager is. "Bij lager opgeleiden is het verschil tussen allochtonen en autochtonen in het vinden van werk na drie maanden het kleinst."

Daling werkloosheid

Uit cijfers van het CBS blijkt dat de werkloosheid in 2015 zowel onder autochtone Nederlanders als onder Nederlanders van (niet-)westerse herkomst daalde. Onder autochtone Nederlanders daalde deze van 6,1 (2014) naar 5,6 (2015), onder westerse allochtonen van 8,7 naar 8,6 en van onder niet-westerse allochtonen van 16,5 naar 15,2.

 

Werkloosheidspercentage autochtonen en (niet-)westerse allochtonen, 2010-2015
bron: CBS/Republiek Allochtonië

Werkloosheidspercentages onder Marokkaanse Nederlanders het hoogste

Onder alle groepen was in 2015 sprake van een daling van het werkloosheidspercentage. Onder Nederlanders van Marokkaanse herkomst was het werkloosheidspercentage het hoogste (18,2), gevolgd door Nederlanders uit de (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba (17), Surinaamse Nederlanders (14,5), 'overige niet-westerse allochotnen (14,3) en Turkse Nederlanders (14,2).
Terug